United States or Guinea-Bissau ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Waartoe," hernam Zijn Hoogheid, onbeleefd de schouders ophalende, »waartoe zich dan door een machine te laten trekken, als men olifanten van vleesch en beenderen tot zijn dienst heeft!" »Omdat," antwoordde Banks, »deze olifant waarschijnlijk sterker is dan al de olifanten, die de overleden rajah in gebruik had." »Wat zeg je!" zei Gourou Singh, ongeloovig glimlachende, »sterker?...."

"Het schijnt dat die meid weggeloopen is met haar jong." "Mijnheer Haley, Mevrouw Shelby is hier," zeide Shelby. "Verschooning, Mevrouw," hervatte Haley, even buigende, maar nog met een donker gezicht. "Maar ik zeg nog eens, gelijk ik zeide, dat is een vreemd gerucht hier. Is het waar, Mijnheer?"

"Om een stuk speelgoed?" "Neen, u zal het toch niet raden. Iets zeer schoons, een geheim. Als het komt, zal ik het u zeggen. Raad u het niet?" "Neen, dat kan ik niet raden. Zeg het maar," zeide Wassili Lukitsch en lachte, wat hem zelden gebeurde. "Nu moet je gaan slapen, ik doe het licht uit." "Zonder licht zie ik datgene, waar ik om gebeden heb nog duidelijker.

Dezelfde plooi zakte van weerskanten, bezij hare lippen. Ze kreeg een kwaad en onweerstaanbaar verlangen, precies lijk daarboven, als ze meteen vóor grootvader stond. Ze veranderde van stem en liet hare woorden met scherpe ruwte hakken in de stilte. Zeg eens, Bella, wat is eigenlijk uw idee omtrent mijn verloofde?

"Dat geloof ik met u," zeide de Bevelhebber, "en ik sta u beiden het gevraagde verlof toe. Gij zijt beiden wakkere knapen, doch ik zou u het waagstuk, dat gij ondernemen wilt, nimmer hebben durven bevelen: maar nu gij zelven het voorstelt, nu zeg ik er amen op."

Eensklaps werd hij met geweld uit zijn mijmering gewekt. Hij hoorde de luide, ruwe stem van Jondrette, deze woorden sprekende, die hem de zonderlingste belangstelling inboezemden: "Ik zeg, dat ik er zeker van ben en dat ik hem herkend heb." Van wien sprak Jondrette? wien had hij herkend? Mijnheer Leblanc? den vader van "zijn Ursula?" Hoe? kende Jondrette hem?

De kapitein trok zich woedend aan den baard. "Ned Land!" riep hij; deze kwam op dit bevel. "Zeg eens, Land," vroeg de kapitein, "raadt gij mij nog aan de sloepen in zee te laten?" "Neen kapitein," antwoordde Ned, "want dat dier zal zich niet laten vangen dan als het wil." "Wat dan te doen?"

"Ik geloof ook in naam van mijn ambtgenoot te spreken, wanneer ik Uwe Edelheid dank zeg voor de ons bewezen eer; maar ik geloof evenzeer in zijn naam te spreken, als ik er bijvoeg, dat Uwe Edelheid zich de moeite der reis had kunnen sparen.

"Hij zit er erg warmpjes in, Fred," zeide Scrooge's nicht. "Tenminste dat zeg jij altijd." "Nu, en wat zou dat, lieve!" zeide Scrooge's neef. "Hij kan toch geen gebruik maken van zijn rijkdom. Hij doet er absoluut geen goed mede. En ook zichzelf maakt hij het er niet genoegelijk mee. Ha, ha, ha, hij smaakt nooit de voldoening te denken dat hij er ons nog eens goed mee zal doen."

Wees wijs en verstandig; zeg niet dat ge uw heil van de naaste toekomst verwacht.