United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


In mijn wanhoop zou ik misschien iets doen, wat gij niet verwacht, en dat zou niet ten voordeele van een van u allen zijn. Zweert gij dat?" "Ja," zeide Owen. Toen zag Beatrice naar Elisabeth, en Elisabeth zag naar haar. Zij bespeurde dat de zaak een anderen vorm had aangenomen.

"Het verheugt mij bij u deze deelneming te vinden," zeide Stipan en schudde het hoofd met een ernstige, treurige uitdrukking: "In die zaak ligt ook de reden mijner aanwezigheid hier in Petersburg." "De geheele stad spreekt er van," antwoordde zij. "Het is een ondragelijke toestand. Zij vergaat er onder. Hij begrijpt niet, dat zij een vrouw is, die met haar gevoelens geen scherts drijft.

Zorg goed voor mijn manuscript, mijnheer Aslaksen;... en laat, bij al wat u lief is, alsjeblieft geen enkel uitroepingsteeken weg! Zet er liever nog een paar bij! Goed, best; tot straks dan; adieu! HOVSTAD. Hij kan onbetaalbaar nuttig voor ons worden. ASLAKSEN. Ja, zoo lang hij zich alleen houdt aan die zaak van de badinrichting.

De jongste zuster was geneigd om hiertoe mede te werken, maar de oudste, die hare verwachtingen bouwde op den sterken arm van Walewein, weigerde hooghartig om met welke schikking dan ook genoegen te nemen. Zij stond er op, dat de zaak, zooals afgesproken was, door een tweestrijd op leven en dood beslist zou worden.

Niemand zou het kunnen zeggen; al wat men wist was, dat hij als priester in Frankrijk terugkwam. In 1804 was Myriel pastoor van Brignolles. Hij was toen reeds oud en leefde in de strengste afzondering. Omstreeks het tijdstip der kroning gaf een kleine zaak in zijn gemeente, men weet niet recht meer wat, hem aanleiding om naar Parijs te gaan.

Ik hoopte daar door de wreedäarts te doen bloosen, en de zaak der menschelykheid te bevorderen. Ik heb reeds gezegd, dat ik, den 24sten Augustus, een verzoekschrift aan den Gouverneur had ingeleverd, om mynen zoon vry te maken. Mitsdien zag ik, den 8sten October, met zoo veel vreugde, als verwondering, het volgende aangeplakt.

"Zei ik het niet, dat we goud zouden vinden!" barstte hij uit. "Wat heb je dan gevonden?" vroeg Sigurd. "Ik zeg niets, voor ik zeker van mijn zaak ben," antwoordde de Tater. Op datzelfde oogenblik kwam de huismoeder en riep Jan. "Je moet boven komen, en mij helpen, Jan," zei ze.

Hij feliciteerde haar niet, maar zei, met zijn visite-kraakstem, dat hij van Bernards plannen had gehoord en morgen zou komen belet vragen bij mevrouw Tadingh om die zaak eens te bespreken.

Hier zijn er althans voor vier." En hij wierp de vier uniformen op de ongeplaveide straat. Niemand van de stoïcijnsche toehoorders bewoog zich. Combeferre nam het woord. "Welaan," zeide hij, "men moet een weinig medelijden hebben. Weet ge wat hier de zaak is? Het geldt de vrouwen. Laat zien. Zijn er vrouwen, ja of neen? Zijn er kinderen, ja, of neen?

En dan mag hij nog langer den ongelijken strijd volhouden; nog meer bloed vergieten voor een verloren zaak; nog meer ellende en kommer brengen over de burgers van Rotterdam? Hij besluit de stad over te geven. En Breêroo, de oorzaak van haar tranen, Neemt met zijn ongeschonden vanen, De ellenden van den oorlog mee. Hij vertrekt naar zijn oude wijkplaats Sluis.