United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was niet zonder inspanning, dat Wouter, koud, moe, beschaamd en gebiologeerd, het waagde zich en z'n bankje eventjes van onder den straal wegteschuiven. Dit sprak iets duidelyker, en bad vry welsprekend om genade. Eigenlyk had-i gedurende de heele kunstbewerking niet anders gedaan, maar wat baatte het? Besef om optestaan had-i niet.

Pater Jansen verzekerde dat de zaak nu heel makkelyk kon geschikt worden, en er werd afgesproken dat Wouter hem naar z'n woning vergezellen zou om daar te wachten tot het geld gewisseld was. Dan zouden ze tezamen naar Haarlem gaan. Ja, maar dan je moeder nog, en die heeren van de buitenplaats? Ze heeft gezegd... wacht even, pater.

Hij-zelf was, als alle schrijvers en menschen zeer ingenomen met z'n werk. Hij hield zich overtuigd dat de meester dit ook wezen zou, en hem om den wille der voortreffelijke uitvoering de afwijking van de deugd vergeven zou. Het vers zou zeker naar den Burgemeester gezonden worden, die er kennis van geven zou aan den Paus, waarna deze Wouter tot zich zou roepen, en hem aanstellen als hoofdroover.

Nevens verscheidene stille beoefenaren van wis- en sterrekunde onderscheidden zich daar verder WOUTER MARTENS VAN DER WERF, HENDRIK ANJEMA en PIBO STEENSTRA; terwijl de scheikundige BOUDEWIJN TIEBOEL en de beroemde wijsgeer FRANS HEMSTERHUIS ook uit deze stad voortkwamen.

Al die dingen zyn dus weggewischt, uitgewreven, vergaan. En nog steeds leven er gedachten van Wouter ... aere perenniores!

Maar hier brak Wouter z'n gedachtenloop af. Dit geschiedde telkens zoodra haar beeld zich aan hem vertoonde. Elke herinnering uit den heldentyd van z'n ziel maakte hem den indruk van snerpend verwyt. Het liefelyke deed hem zéér, en hy voelde slechts kracht tot eigenaardige zwakheid die den naam draagt van wrevel: die Kopperlith's!

Ik wil je tabak geven! schreeuwde Wouter door 't gejoel heen. ? Tabak, negerhit... echte! riep Wouter. Dat salje wel s.....s-gauw late, brulde een kerel die achter onzen kleinen zelfdenker stond. Lâ-de fent ferèkke!

... ik zal je boeltje wel heel maken! Dat kan ik ook nog wel! Goddank! Beste lieve heerlyke Vrouw Claus! Doe het, doe het, doe het, en laat Femke waar ze-n-is! Maar... wáár zou ze zyn? Zoo dacht Wouter.

O zoo, zei Wouter, alsof deze opmerking de pestlucht veranderde in 'n geur. O ... zoo! Ja, van de riolen. Daarom ook staat al dat goed daar tegen den muur op planken, zieje. Als 't den grond raakte, zou 't verrotten. Kom mee naar 't kantoor. Maar je komt veel te vroeg, want we benne-n-in den komkommertyd. Dan is er niet veel te doen, dat begryp je-n-ook wel.

Deze bogen de ene knie op fluwelen kussens voor de troon, en bleven stilzwijgend in die ootmoedige houding zitten. Aan de rechterzijde des Graafs zat zijn zoon Willem en aan de linkerzijde, in de plaats van Robrecht van Bethune, zat Wouter van Maldegem, een edel heer. Robrecht was tussen de Franse ridders blijven staan: het gelukte hem in den eerste, niet door Philippe le Bel bemerkt te worden.