United States or Bermuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook hij, de zanger, hield u niet gevangen in zijner lied'ren goudenkoordig want en kon ter uwer woonsteê niet gelangen eer zij, die hij beminde,¯uit Liefde's hand zijn hart met al zijn bitterheid verteerde en zóó tot 's Heemels Lichthof weederkeerde.

Wat gij doorleefde in voeling onuitspreekbaar, geen werk der waereld schoort het of genaakt de hoogten waar voor altijd en onbreekbaar uw ziel haar woonstee maakt. Bóoven de kwaal en de armoe onzer tijden, bóoven 't gevecht om ruimte¯en 't zwoegen om brood, leert gij ons kalm op weidsche weegen schrijden in weelden sterk en groot.

Wolken, 't zijn... lijk sperreboomen, uitgespreid, alhier aldaar, staan, ten oosten heen, de zoomen vol, van 's menschen woonsteê. 't Jaar wendt te zomerwaard zijn schreden, nacht aan 't worden is 't, en heden helder was 't een dag, voorwaar.

Moeder en zoon gingen toen naar het huis van Nele, naast hunne woonstee, vóór dewelke zij een der landsknechten zagen, die men uit Brugge ontboden had, uit vreeze voor de onlusten, die tijdens de uitspraak en gedurende de lijfstraf konden uitbreken. Want Klaas werd geerne gezien door de burgers van Damme. De soldenier zat vóór de deur, en zoog de laatste droppelen uit eene bottel brandewijn.

o Alleen nu zichtbaar schoone woonsteê, van geen' menschen, neen maar van God, die in den throone zijner hoogheid heerscht alleen: schoone nacht, die 't menschdom duistert, die van God en sterren fluistert... zoeter zicht en zag ik–geen! VOETNOOT: 1 IJle wolkstreep. Stresse = 'n bosje draden, halmen of haren.

o Sterkheid, die, veel sterker als de dood, op God betrouwt; die stadig ook dien slavenhals zijne eigen woonsteê bouwt, daar, vrij en blij hij wezen zal bij U, o hope en troost van al! Vroeg avondt het: geleden een stonde of twee, is 't zonnevier beneden de kimme alree. Niet heel en al verloren het licht en is; noch teenemaal geboren de duisternis.

Dan kwam de bruid aangeloopen en antwoordde: "Hier ben ik al", en nu ging zij voorgoed mèt het huisraad naar de nieuwe woonsteê. Wij hebben hier een vorm van het zich verbergen der bruid, zij laat zich zoeken en geeft zich ten slotte gevangen. De bruid trachtte nl. vroeger, volgens vrij algemeen gebruik, na het huwelijk te ontvluchten en zich te verbergen, waarop de bruidegom haar moest zoeken.

De dun bezaaide bevolking, welke haar woonstêe voornamelijk beneden langs de kust heeft gezocht, kapt hout in de bosschen, waarvan in de kleine strandplaatsjes prauwen en prauwtjes van allerlei slag gebouwd worden. Zwaar van regen kwamen we vroeg in den middag in het gezicht van de Bonische Golf, daar lag, een honderd meter beneden voor ons, Bira.

Bij 't razen van den winter en bij 't nijpen van den nacht, is de oude, grimme reuzenzegge ontstaan in uw gedacht. 2 Zie. 3 Nikkers, spoken. 4 Sage. Onder 't duister dak gedoken, stroo en vodden altegaar, heel onttodderd , half gebroken, staat des werkmans woonsteê daar. 't Kaafgat , omme- en scheefgetrokken, vallen gaat; en daar, deureen, liggen afgerolde brokken bruingebrand al, gruis en steen.

De zon scheen zoo helder, zoo warm en zoo vriendelijk aan den wolkloozen donkerblauwen Egyptischen hemel; de lucht was zoo zuiver en fijn; de kevers gonsden zoo lustig; de schippers in de tallooze booten zongen uit zoo ruime borst hunne eenvoudige, telkens herhaalde liederen; de boorden van den Nijl bloeiden zoo liefelijk en vertoonden zulk eene vroolijke mengeling van bonte vanen en van bedrijvige menschen; de palmen, sykomoren, acacia's en bananen verhieven zoo fier hunne groene en bloesemrijke kruinen; het geheele landschap scheen, zoo ver het oog strekte, zoo ongemeen rijk bedeeld te zijn door eene milde godheid, die het geven niet moede werd, dat de wandelaar wel denken moest: uit dit oord is alle ongeluk verbannen, hier is de woonsteê van ware vreugde en levensgenot.