United States or Gabon ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Waar komt het van daan?" vraagde hij, nadat beide Kaffers waren neergehurkt bij het flikkerende vuur. De vreemde Kaffer trok de schouders op. »Het komt ergens van daan," zeide hij langzaam, »doch niemand weet van waar. Zelfs de witmensch weet het niet." Van het monster was nu geen spoor meer te ontdekken. Zelfs het gedreun was verdwenen, en Eliëzer haalde ruim adem.

Heel lang vertrouwden wij ons toen niet te blijven, want de wilde beesten, die nog altijd in deze omgeving huizen, blijven bij dag wel op den achtergrond, maar of zij 's avonds niet eens een sprong naar een nieuwsgierig en indringerig witmensch zullen maken, durft men ons niet verzekeren.

Dit was niet gemakkelijk omdat deze dingen er niet te huren zijn, een witmensch heeft zijn eigen rickshaw en verhuurt die niet.

Doch de Matabele bleef staan, en toen het monster een schel gefluit liet hooren, riep hij: »Kom maar, Eliëzer; het is het groote beest van den witmensch , dat daar voorbij holt hebt gij zijn geschreeuw niet gehoord?" Blanke. Eliëzer kroop nu van achter den doornstruik weg, want het zwarte monster verdween even snel als het gekomen was, en het schel gefluit was verstomd.

Nog tal van kleine onderzoekingstochten naar verschillende andere eilandjes werden door ons ondernomen in de kleine kanoe's der inlanders, doch wij waren voorzichtig genoeg, steeds een witmensch als gids mede te nemen en ons op de eilandjes door een paar inlanders vooraf te doen gaan.

»Waarom schreeuwt dat leelijke ding zoo?" vraagde Eliëzer langzaam bekomend van de schrik. »Wel, het groote beest krijgt dikwijls slaag van den witmensch, en dan schreeuwt het luid van woede," antwoordde de Matabele. Met diep ontzag staarde Eliëzer tot zijn reisgezel op, die zooveel wist, en hij vraagde vol belangstelling: »Hebt gij dat groote beest wel eens van dichtbij gezien?"

»Dat is baas Roodbaatje," meent hij, »wis en zeker; het gewonde Roodbaatje uit Engeland." »Goed geraden," zegt Marling, en reikt hem de hand, doch slechts aarzelend en verwonderd neemt de oude kaffer die hand aan. Ook Lena is verwonderd, want het is in Zuid-Afrika geen gewoonte, dat een blanke, een witmensch, aan een kaffer de hand reikt. Nu begeven Marling en Lena zich naar binnen.

»Het eet vuur!" mompelde de vreemde Kaffer, zelf huiverend. »Vuur!" herhaalde Eliëzer vol ontzetting. »Soms heeft het groote beest de koorts," zeide de vreemde Kaffer. »Dat doet me plezier," meende Eliëzer in blanke oprechtheid. »Weet je, wat de witmensch dan doet?" vraagde de Matabele. »Hij zal het beest achterlaten," zeide Eliëzer aarzelend.

»Wat die weer mag hebben!" meende het meesterke, in het opgewonden gelaat van den Zoeloe starend, doch Frits Jansen lachte en zeide: »Wat heb je, Eliëzer? Heb je dat groote beest van den witmensch weer gezien, waarover jij met het meesterke hebt gesproken?" »Ge bedoelt den vuurwagen," antwoordde de Zoeloe, »doch die zal me niet meer verschrikken.