United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ach, Marcel, ik wil mij niet beter voordoen dan ik ben, maar ik heb met Rodolphe veel geleden, dat weet je trouwens zelf ook wel!

Zij wil niets anders dragen dan kleederen van gaas of van neteldoek, en 's winters hebben wij alle moeite om heur een opperste kleed van geitenlaken te doen omslaan. Maar, sprak Lamme, heeft zij dan geen enkelen vriend om haar te beletten aldus aan een iegelijk heur lichaam ten beste te geven?

"Daar ik van al de dingen, die Sancho Panza gezien wil hebben, niets merkte, kan ik er ook niets van zeggen. Ik heb mijn doek geen oogenblik verschoven en dus hemel noch aarde, zee noch land gezien. Wel bemerkte ik, dat wij de streek der winden door en nabij de streek des vuurs kwamen; maar dat wij het veel verder gebracht hebben, kan ik bezwaarlijk gelooven.

Want, als ik den Franschen "chasseur" weêr wil vangen, kan ik hem toch geene prinses met eene crinoline en satijnen schoentjes bij dezen weg en door dit weder door het Gulzowsche bosch nazenden; daartoe is een molenaarsknecht beter geschikt, en bovenal Frederik van den ouden Voss.

Men wil ook, dat dit kasteel den Tempeliers tot woonplaats verstrekt heeft, en als dat juist is, moet de stichting tusschen 1118-1314 hebben plaats gevonden.

Hij klom op de commode, hield zijn oog voor de opening en gluurde er door. De steden hebben, even zoowel als de wouden, haar holen, waarin zich het boosaardigste en schrikkelijkste wat zij bevatten verbergt. Maar in de steden is, hetgeen zich aldus verbergt, wild, onrein en nietig; dat wil zeggen leelijk; wat zich in de wouden verbergt is wreed, wild en groot, dat wil zeggen schoon.

Als de menschen meer en meer namen als Baars en Helmond onder de oogen krijgen van Kogel wil ik niet spreken, diens heele paremantatie was figurant ik zeg, dán zullen ze begrijpen menheer, dat we van één bloed en nieren zijn. Nu, wát zeg je: achthonderd gulden er nog bij; 't Is geen kleintje?"

Het was voor de vorstin vreeselijk om er aan te denken, hoe schuldig zij tegenover Kitty was, en daardoor werd zij prikkelbaar. "Ach, ik begrijp er niets meer van! Ieder wil tegenwoordig zijn eigen hoofd volgen; men vertelt de moeder niets en dan komt het zoo...." "Mama, ik zal naar haar toe gaan?" "Ga! Of heb ik het je soms verboden?"

Onderweg voeren ze een levendige conversatie, zonder onfatsoenlike woorden, maar toch ook niet al te ernstig of deftig, integendeel schertsend en vriendschappelik. Hij vraagt haar dadelik of zij zijn vriendin wil zijn.

En later verklaarde zij haar voelen op de volgende manier: "Sprookjesstemmen, oom Frans, zijn stemmen, waar zooveel meer achter zit dan ze ooit uitspreken. Men moet er naar luisteren, of men wil of niet. Het is, alsof ze altijd weer iets nieuws vertellen "