United States or Ukraine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik kom je hulp inroepen, 't Is nood bij ons, jongen, en dan gaat men het eerst naar zijne vrienden. Heb-je ook wat geld voor me te leen?" "Geld?" vroeg Piet, terwijl hij zijn vriend met medelijden aankeek. "Hoeveel wil-je hebben?" "Een paar dubbeltjes maar. Als ik gezond blijf, krijg je ze binnen enkele dagen terug." "Ja, Dik, dat weet ik wel.

Het was nu half vier, en in Go's hoofd was 'n groote leegte; ze streek Else's haar achterover, en vroeg, of ze ook nog iets anders voor haar doen kon. "Nee, hou nu maar op met de compressen... 't Heeft wel wat geholpen." "Maar als 't helpt, kan ik er immers nog best 'n poos mee doorgaan." "Och neen, dat maar niet; ben-je moe? Of wil-je nog 'n beetje bij me blijven zitten?"

Allerlei klaagtonen stegen uit den levenden warhoop op. »Hè-hè!» »Au! Ga toch weg!» »Rijs op, zeg ik je!» »Wil-je wel eens van mijn hoofd gaan?» »Ik stik! Ik stik!» »Au, mijn arm!» »Mijne beenen breken!» »Je zit op mijn rugSpoedig evenwel waren wij opgestaan, en wonder boven wonder, niemand van ons had zich erg bezeerd. Bob alleen was met zijn voorhoofd tegen een steen terecht gekomen.

Wil-je warme, of gewoon koud? O, we hebben zooveel wijnglazen van de vorige heeren, en ze zijn nog nooit gebruikt!" Ze liep nu opgewonden de kamer op en neer. "Komen jullie toch!" schreeuwde ze door de suitedeuren. "Ik geef 'n wijn-fuif. Willen jullie warme wijn met kruidnagelen, of koude? Maak toch voort. Nu hebben we onze groote wijnkast niet voor niets. Nu komt er 'n leege flesch in."

Gerard was er al, kwam lachend, met uitgestoken hand, naar haar toe: "Wil-je wel 's gauw je 'n beetje stil houden; je brengt met je drukte den examinandus heelemaal in de war... kijk.... daar-is-ie," en hij wees naar de gele deur, waar "facultas iuridica" boven stond. "Kom nou hier, in 't zweetkamertje; dan kunnen we praten."

"Wat meen je?" vroeg Bernard, fronsend zijn wenkbrauwen, zonder hem aan te kijken. "Nou!.... klets nou niet!.... je weet wat 'k bedoel!...." "O!.... dat!.... nee!.... daar doe 'k niet an!" "Kom!" zei weer de student met dienzelfden glimlach van geërgerd ongeloof. "Verdomd!" riep Bernard, met een driftigen stamp op den grond, "wil-je me nijdig maken?"

Hij had iets: Wil-je nu wezenlijk niet liever op de logeerkamer gaan en mij hier laten slapen? vroeg hij, dan heb je ten minste nog een beetje afleiding door het leven en alles wat er te zien is op straat. Och nee, zeî ze, daar ben ik te zwak voor. Ik wil liever maar niets zien ... het bevalt me hier 't best. Zij kuchtte stilletjes.

Zoo gromde hij voort, en naarmate hij zag, dat ze onder zijn berisping bukte, werd hij heviger en trommelden zijn vingers op zijn knieën. Wat is t'er ân? zeî hij verder. Ik ben geen minnaar, ik ben je man. Ben ik je man niet? Na een paar minuten zwijgens en nagedachte, kwam weêr het onbegrijpelijke van de weigering bij hem boven. Zacht zeî hij: Zeg nou 'es, Thilde, wáarom wil-je niet?

Ernstig en bedremmeld keek zij voor zich uit. Hij begreep haar niet. Wat is 't nou? Och, niets, andwoordde zij langzaam. Na een oogenblik zeî hij weêr: Hoû-je niet van me? Ja wel. Nu viel hij naar haar toe, hij kon zich niet inhouden, hij sloeg zijn armen om haar middel en wilde haar aan zijn borst trekken. Maar zij verzette zich. Nee, zeî ze, nu niet ... wat wil-je toch? Wat niet? Waarom niet?

"Dat moet wel waar zijn! maar ik en heb daaraf geene ondervinding!" "En wil-je dan toch zeeman worden?" ", waarom niet? Dol graag!" "En ik moet lijndraaier worden en ik weet dat het in de lijnbaan niet prettig is!" zeide Witte zuchtende. "Loop stilletjes met ons meê, jongen!" zeî ik. "Meeloopen, neen, dat nog niet!