United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo sukkelden wij wel een half uur voort, eer wij weder bij het rijtuig kwamen.

Er brak een algemeen gelach van de arbeiders los, om de behendigheid waarmee de anders zoo langzame veerman nu wegdook. Nu kwamen wij al spoedig bij de planken-woningen, waar wij stilhielden. Ik steeg af en werd er binnen gebracht. Het was een groot, ruim vertrek. Aan de wanden hingen de weinige eigendommen der arbeiders.

Gelukkig had ik mij heelemaal niet bezeerd; erger was evenwel, dat wij ons allebei al zoo ongeveer doorgereden hadden.

Men ziet die raderen nog al eens, zoowel in Moldavië als in Walachije. De dorpen, die wij door trekken, de weinige dorpen, zou men moeten zeggen, want het land is dun bevolkt, lijken alle op elkander.

Jacques raadpleegde mij met de oogen; hij had zoo gaarne gepoogd hen te bevrijden. Weldra werden hunne lijdensklachten vreeselijk en deed zich een luid gekraak vernemen. De ossen hadden de deuren van hun stal verbrijzeld. Wij zagen ze langs ons heenrollen, meegesleurd door het water, voortgewenteld op den stroom. En zij verdwenen in het gedruisch der rivier.

Of er eenig verband gezocht kan worden tusschen deze geheimzinnige doodengrotten en het thans nog bij de heidensche Toradja's van Centraal-Celebes bestaande gebruik om hunne dooden te leggen in holen op zeer ontoegankelijke plaatsen zooals in steile bergwanden, wagen wij niet te onderstellen.

Doch wat wij in den namiddag deden en zagen in een volgenden brief.

Het is geene ijdele nieuwsgierigheld, als wij die kleeding eens in oogenschouw nemen de zedenschildering zal niet juist wezen, zoo zij het uitwendige voorbijziet, en niet acht, hoe nauw de kleeding met den mensch samenhangt.

Deze optocht, die dagelijks als eene sombere frons het anders levendige gelaat der stad rimpelt, heeft ook daar geen spoor meer achtergelaten, en in de werkzame, levendige stad ziet de terugkeerende stoet er als iets vreemds, iets onbegrijpelijks, iets bespottelijks uit. Wij zijn de stad straks uitgegaan en den landweg op, en dezen volgende komen wij in een dorp.

Hier besloten wij ons middagmaal te houden. Een vuurtje werd aangelegd, het heerlijke heldere water, dat tusschen onze zitplaatsen doorvloeide, in een conserve-bus gekookt, en we hadden een lekker kopje thee. Daarbij vormden brood, boter en fijne Australische schapetongen met de spreekwoordelijke beste saus een middagmaal, dat een koning ons kon benijden.