United States or Åland ? Vote for the TOP Country of the Week !


De wimpels flapten in den wind, de zeilen zwollen, de golven bruisten, gekapt met sprankelend schuim. Zeemonsters doken blazend op langs den boeg. Aan de kimme doemden blauwe bergen. Bij een zonnig eiland viel het anker. Justus wandelde onder de palmen van Taprobane, over welks wonderen hij kort tevoren gelezen had in het boek van vader Haafner.

Ze was een fontein des bloeds, en niets ging er verloren, het keerde tot de bron weder, waaruit het ten tweeden male, ten derden male, ten duizendsten male ontvlood. Van haar wendde de ongelukkige man zijn blik naar den ketel, die op 't blauwe vuur stond, en welks stank een angstwekkend geheim verborg. "Menschenhoofden," zeide zij. "Ik braad menschenhoofden uit Echt."

Olivier Sinclair nam hier en daar dan een landschap op. Miss Campbell keek bij het schilderen toe en zoo vloog de tijd om. De 26, 27, 28 en 29ste Augustus snelden voorbij zonder een oogenblik verveling veroorzaakt te hebben. Dat oorspronkelijk bestaan kwam geheel met het wilde eiland overeen, welks woeste rotsen voortdurend door de golven van den Oceaan gebeukt werden.

De rusting was beproefd, want ze is van meester Wouter, zei de andere, en onder allerlei uitroepen van bewondering en goedkeuring voor wat hij met aandacht beschouwde, ging hij den winkel rond, langs welks wanden glinsterende rustingen en halsbergen, en verschillende soorten van zwaarden, daggen en knijven hingen.

Naarmate wij naderen, worden de afmetingen der waterzuil grootscher. Het eilandje stelt met eene bedrieglijke juistheid een walvischaardig dier voor, welks kop tien vadem boven de golven uitsteekt. De geyser, een woord, dat "woede" beteekent, verheft zich statig aan het uiteinde.

Zijne stemmige voorkamers, waar elk meubelstuk en elk sieraad uitsluitend aan de behoeften en gewoonten van mannelijk comfort herinnerden, waren, met uitzondering welligt van een kabinet, slechts de voorhof van een allerheilige, welks bestaan, buiten hem, alleen aan zijnen adjudant Jacob en aan de dubbelzinnige vivandière bekend was.

Dezen toren kon men niet naderen, daar zij op een eilandje stond, welks geheele oppervlakte door den voet des torens werd beslagen, zoodat de toren uit het water scheen op te rijzen. Tusschen dezen en eenen anderen even zoo gelegenen, ofschoon kleineren toren, lag de haven, en van beide torens was eene zware keten gespannen, om de haven te sluiten.

Dit merkwaardig insect, welks gebrom altyd met het ondergaan der zon, of des avonds ten zes uuren begint, word ook lantaarn-drager genoemd, uit hoofde van het licht, het welk hy des nachts verspreidt, een licht, veel sterker, dan dat van een vuur-mug, van welk zoort hy ook zyn moge, en met behulp van 't welk men alles doen kan. De lantaarn-drager is meer dan drie voeten lang.

Hier zweeg hij plechtig en liet opnieuw zijn blik waren over zijn gehoor, welks vrome aandacht hem groote voldoening gaf. Na de toespraken en 't zwijgen, strekte hij met wijdsch gebaar de rechter hand uit naar het altaar, en hield daarbij den blik strak op den alcalde gericht.

Van Parcival's reis naar het hof. Een vroolijk deuntje zingend reed Parcival voort en stuurde zijn vreemdsoortig rijdier in de richting van het bosch van Broceliande. Tegen den middag kwam hij voorbij een grasveld, in welks midden hij eene tent vond opgeslagen. Nieuwsgierig naar wat zich daarbinnen bevond, steeg hij van zijn paard en sloop naderbij.