United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een nieuw deel van het Journal des Goncourt, waarin ook Wilde besproken werd, was hem toegezonden in de gevangenis. D. C. van 28 Mei 1897. WelEdelgeboren Heer, Met groot leedwezen lees ik in Uw blad dat de gevangenbewaarder Martin van de gevangenis te Reading ontslagen is door de Commissie van Toezicht omdat hij aan een klein kind dat honger had, enkele koekjes heeft gegeven.

As je wéér wat te handele heb, zei de edelmoedige jood, kom cherust by me. En hy gaf Wouter 'n adreskaartje dat deze werktuigelyk in den zak stak. Op-straat gekomen nu was-i gekleed, o goden! betrapte hy zich op 'n volkomen overbodige repetitie van z'n redaktie-plannen. "Weledelgeboren Mevrouw! Hiernevens heb ik de eer Uweledelgeboren aantebieden... Aantebieden! W

Sakkerloot, dat's een drommels woord te bezwalken en te belasteren, zie ik mij genoodzaakt van het genoegen af te zien om hetzelve verder te frequenteeren. Ik heb de eer te zijn, WelEdelgeboren Heer, UWEdelgeborens Dienstw. Dienaar, P.G. van der Hoogen. Van huis, zondagavond. Surnumerair etc. "Dat ziet op mij," zeide ik, het woord opnemende.

Myn eer, Weledelgeboren Mevrouw, gedoogt niet Uweledelgeboren ongelukkig te maken, en daarom... "Heb jy je jas in den lommert gebracht?" vroegen hier op de welbekende zangwys van 't vroolyke patertje 'n paar belangstellende dienstmeiden, die van haar zondagmiddags-uitgang zooveel pleizier wilden trekken als er maar eenigszins van te trekken was.

Morgen dat wil zeggen, als ik knecht ben, dan ga ik mijn eigen weg, de anderen gaan mij niets aan! Ik ga op de teekenacademie, krijg onderwijs in het teekenen, heet architect! Dat is iets, dat is veel! Ik kan Weledele Heer, ja Weledelgeboren Heer worden, ja zelfs nog een deftiger titel krijgen, en ik bouw en bouw, evenals de anderen vóór mij gebouwd hebben.

Ik beoordeel hem enkel naar de volslagen verandering die hij te weeg bracht in de gevangenis te Reading. Onder zijn voorganger werd het stelsel toegepast met de grootste hardvochtigheid en stompzinnigheid. Uw dienstwillige, 27 Mei 1897. D.C. van 24 Maart 1898. WelEdelgeboren Heer,

Nu kwam de architect, de derde broeder, die eerst krullejongen geweest was, met een pet geloopen had en boodschappen had gedaan, maar die op de academie geweest en eindelijk tot bouwmeester opgeklommen was, en nu een «Weledelgeboren Heer» genoemd werd.

Met 'n speld pluist men zulke alikruikjes by stukjes en brokjes uit hun huisjes, en de weledelgeboren Vrouwe Mevrouwe Kopperlith moest uit haar zy- en binnenkamer worden voor den dag gehaald... integraal! Dit slechts weet ik, dat zy weinige dagen later den bodem van Groenenhuize bezwaarde, en dat ook de oudeheer z'n verveling daarheen overplantte met wortel en tak.

Dit had reeds verscheidene dagen en nachten geduurd, toen ik eindelijk geheel onverwachts een mededeeling van archivaris Lindhorst ontving, waarin hij mij het volgende schreef: „„Gij hebt, weledelgeboren Heer, zooals mij is bekend geworden, de vreemde ervaringen van mijn beminden schoonzoon, den voormaligen student, thans dichter Anselmus, in elf nachtwaken beschreven en kwelt u er thans zeer mede, om in de twaalfde en laatste nachtwaak iets van zijn gelukkige leven in Atlantis te verhalen, waarheen hij met mijn dochter, naar het aardige riddergoed, dat ik daar bezit, is vertrokken.

"Gij ziet," zeide ik ten slotte, "dat hij zijn toevlucht tot onbeschaamdheid neemt." "Daarom niet getreurd, onsterfelijke!" riep Kegge uit. "Je hebt, dunkt me, royaal gehandeld. En nu, voort met den weledelgeboren heer Van der Hoogen! Ik ben een drilboor als zijn gele handschoentjes me ooit hebben aangestaan. En dan, dat hij altijd zijn mond vol had van groote hanzen!