United States or Montserrat ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu keert hij terug tot zich zelf en "vindt daar een weireld". Hij behandelt zijn harte als een ziek kindeken: wat het vraagt krijgt het ook. Hij is nu aangeland bij die keerzijde van het Sturm-und-Drangindividualisme, nl. bij de angstige zelfpeiling, de roekelooze zelfverweeking. Alles verbittert hem.

Woar was da euk dat hij hem op de weireld liet vallen? Was da niet te Poeke, in 't Luizegevecht? Zij deden of ze 't zich niet goed meer herinnerden om het hem nog eens te hooren vertellen en Soarelke liet zich vangen en weerlegde. met zijn ruwe, korte, barsche stem: In 't Muizenhol was 't, 'k ulder gezeid, dwoasheufden die-ge zijt; in 't Muizenhol, tusschen Vijnck en Oarseele!

Voor alle verdere schikkingen hadden zij zich te wenden tot den dorpsnotaris. "D'er es verdriet op 't kastiel," merkte Alfons fluisterend op, terwijl zij door het statig ingangshek in de groote beukenlaan terugkwamen. Rozeke schudde weemoedig het hoofd. "Alles hên wat de weireld geven kan en tòch nie gelukkig zijn," zuchtte zij. Zij, ten minste, waren nu toch wèl gelukkig!

Nog even snikte Rozeke, met droog-hikkende stem: "Onze lieven Hiere weet da 'k moar iene wensch op de weireld 'n : da Alfons weere stirk en gezond genoeg zoe meuge worden om den anderen te keune missen. Ik 'n hem nie gevroagd; Ik ... zoe hem veel liever ... noeit op ons hof genomen hên.... 't Es Alfons zelve die 't gewild hèt. Hij ... hij ... hij mij gedwongen hem te nemen...."

En hoe kwam da, Soarelke! Hoe en wannier es da gebeurd? Da was ons Hiere die hem uit den Hemel zond, om e-kier te kijken hoe dat 't hier op de weireld gijnk," orakelde Soarelke. Joa moar, hoe? Ala, toe, Soarelke, vertelt-e-kier.

"Woar noartoe?" vroeg de conducteur. "Noar 't ende van de weireld!" schertste Vaprijsken. En zij reden.

In later jaren zou hij daar dankbaar voor zijn; toen voelde hij terstond dat hij zich niet kòn binden, wilde hij niet zijn geestesvrijheid verliezen, waartegen geen huiselijk geluk hem opwoog. Hij wilde "weer voort, de vrije weireld in". Zijn liefde bleek geschokt door de nuffige en welgemanierde koelheid, waarmede Lili zijn jongensachtige attenties had ontzenuwd.

Wilkommen und Abschied Mailied, Kleine Blumen en bovenal Heideroslein en Ein zärtlich jugendlicher Kummer heeft hij in dit opzicht nadien maar zelden overtroffen. En dan verdiept hij zich al meer in Shakespeares kleurige weireld.

Rozeke kreeg een kleur als vuur en haar wimpers gingen vlug en zenuwachtig, als zou ze gaan schreien, over haar eensklaps neergeslagen oogen op en neer, terwijl Alfons, zich strak vermannend, nicht Begijntje frank in het gezicht dorst aankijken en met de kloekheid van een rein geweten antwoordde: "Altijd, altijd, nichte Begijntje, d'er 'n es giene meinsch op heul de weireld die ons iets te verwijten het."

"Gabriël, zegt ons Hier azeu al mee ne kier tegen hem, 't dijnke mij dat-e gij hier nie veel uit 'n voert, e-woar, jongen? De ijngel wor wakker en schudt zijn vleeren: "Wat es er ten ouën dienst, ons Hiere?" vroagt hij. "Weet-e wat dat-e gij doet, jongen, zegt ons Hiere: Trek ne kier ou beste geiwene vleeren aan en lont ou op de weireld zijnken om te zien wat dat er ginter gebeurt.