United States or Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als de middag komt en de zon brandt, zoekt de Waterspreeuw beschutting in zijne meest geliefde schuilplaatsen tusschen de steenen of, vooral daar waar de oever overhangt, in de tusschenruimten van de wortels der boomen en struiken, die aan den oever groeien.

Zoolang het dag is, ziet men den Waterspreeuw steeds wakker, altijd opgewekt, voortdurend in beweging, onverpoosd werkzaam; zoolang dit het geval is, behoudt hij ook zijn opgeruimde gemoedsstemming. Gansch anders is zijn stemming, wanneer er gedurende geruimen tijd regen valt en ook het water van zijn beek, dat gewoonlijk zoo helder is, troebel wordt.

Iedere Vogel van deze soort, of althans ieder paar, maakt trouwens aanspraak op een bepaald gebied en verdedigt het hardnekkig tegen concurrenten; hoogstens duldt hij er den Waterspreeuw en den Kwikstaart. Door onzen IJsvogel "Zitvogel" te noemen, zou men hem geen onrecht aandoen.

De Waterspreeuw is schrander, voorzichtig en listig; zonder schuw te zijn, geeft hij hoogst zorgvuldig acht op al wat er in zijn omgeving voorvalt. Hij kent zijne vrienden nauwkeurig en niet minder goed zijne vijanden.

Van Gloger is de mededeeling afkomstig, dat de Waterspreeuw in den winter ook kleine Schelpdieren en jonge vischjes verslindt en daarom in dit seizoen een tranige lucht verspreidt.

Zoolang het water van de beek in 't gebergte helder en zuiver is, valt er, volgens A. von Homeyer, in het bedrijf van den Waterspreeuw weinig afwisseling op te merken en heeft deze Vogel de volgende dagverdeeling: "Hij is wakker, zoodra de eerste schemering zich in 't oosten vertoont en blijft onverpoosd aan 't werk, totdat de duisternis invalt.

't Is moeielijk te begrijpen, hoe het hun mogelijk is een geschikte woonplaats te verkrijgen. Om Vogels die tot een andere soort behooren, bekommert de Waterspreeuw zich niet; hij beschouwt ze, naar het schijnt, niet met vriendschap, maar met onverschilligheid. Kwikstaarten en IJsvogels duldt hij op zijn gebied.

Alleen gedurende den broedtijd zoeken het mannetje en het wijfje elkanders nabijheid; alleen zoolang de jongen nog hulpbehoevend zijn, ziet men de leden van een gezin nauw aaneenverbonden; in alle overige tijdperken van het jaar leeft iedere Waterspreeuw in meerdere of mindere mate op zich zelf, hoewel de beide echtgenooten elkander herhaaldelijk bezoeken.

Maar zoodra het water opnieuw helder wordt en de zon weder schijnt, keert ook zijn goed humeur terug en is hij even opgeruimd en vroolijk als ooit te voren." De Waterspreeuw broedt, als hij niet gestoord wordt, gewoonlijk slechts éénmaal, bij uitzondering echter ook wel tweemaal in 't jaar, voor 't eerst in April.

De Waterspreeuw is niet slechts een van de meest in 't oog loopende, maar ook een van de meest aantrekkelijke Vogels. Zijne begaafdheden zijn van een zeer bijzonderen aard. Vlug en behendig als een Kwikstaart loopt hij over de steenen van het rivierbed; op de wijze van de Kwikstaarten en Oeverloopers beweegt hij den staart en het achterste deel van den romp op en neer; hij huppelt van de steenen af in 't water, waadt al dieper en dieper, tot halverwege de borst, tot de oogen, nog dieper, tot het water zich boven hem sluit, wandelt vervolgens 15