United States or Yemen ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gyralde echter, nu ondertrouwd, gaf aan het aardig meisje 100 pistoletten, als bruidsgeschenk. Gawoonlik was dit het geschenk aan de meid, die onder de beide speelmakkers en beide speelmeisjes de bruid in 't biezonder diende. Schotel, Oud-Holl. Huisgezin, 258. Vgl. Warenar, 389, 1318. 324. in dit te verhalen een aangename tijdkorting, of genoegen. Vgl.

"Wie veel den acker ploeght, wanneer hy is besayt Die breekt sijn eerste werck, en maeckt 't et al bekayt." "Wis soo ghy langer blijft, soo isset al bekaeyt." Over dit woord: Van Wijk-Frank, Etym. Wdb; Gallée, D. Literaturz. 1884, kol. 1340. de Vries, Warenar, 190. Mag. Ned. Taalk. Halbertsma, Letterk. Naoogst I, 64; ook van Helten, Woordafl.-proeven 9 noot. de Woordenbkn.

En slaat nu die zelfde mannen eens gade, wanneer zij de pronkgewaden van hoffelijkheid en classicismus afleggen, om eens echt Hollandsch te wezen. Dan schrijft Hooft zijn Warenar en Huijgens zijn Trijntje Cornelisz.; beide allergeestigst en vernuftigst; maar bij de lezing waarvan wij toch al tot zonderlinge gevolgtrekkingen moeten geraken ten opzichte der toenmalige begrippen van betamelijkheid.

quam, waar velen nu een plusquamperf. zouden zeggen; vgl. bleef 696; waer 1383; gingh 1398; zie Vondels Taal § 173; of: "quam geleyden" = geleidde, zie 462: koomt vougen. Vgl. Vondels Lucifer, vs. 1778. Staat te weifelen, vgl. 136: stont en keeck; 1119: sit op haer en sagh. zie Warenar 258; Taalk. Bijdr.

Nog in 't zelfde jaar 1617 werd de Academie ingewijd met een voorspel, "Apollo" genaamd, en vervaardigd door zekeren Siffridus Sixtinus, na hetwelk men het treurspel gaf van G. Van Hoogendorp "de Moord beghaen aan Willem Prince van Oranien." Des anderen daags vertoonde men "Warenar met de Pot," die allervermakelijkste klucht van Hooft.

Ooit van zijn leven, een adverbiale accus. Vgl. "heb ik mijn leven!" Vgl. Warenar 1053, var. Mned. Woordenb. 1169. opgetogen, gespannen, ingespannen. Maiombe wikte ernstig haar droevige toestand. Vgl. 739, 751. "Hy is die ware liefde plant: Als vader van den echten bant." Vgl. van Helten, Vondels Taal II, § 212. Voor het duitsch: E. Bernhardt, Zs. f. D. Phil., 1903, 145.

Het is onnoodig op den Reinaert, op de "schoone boerden," op de "sotternien," op de volksliederen en volksromans te wijzen; overbodig te herinneren aan den gullen lach van den ronden Roemer, aan de vroolijkheid van Jan van Hout, aan de drink- en minneliederen van Bredero en Starter, aan Hooft's "Warenar," aan Vondels "Rommelpot," aan de maaltijden van Jan Steen, de boerenkermissen van Ostade, de Teniersen en Rubens, aan de kroegen van Adriaen de Brouwer, aan de schaterlachende zangers, drinkers en vischwijven van Frans Hals dit alles is meermalen uitdrukkelijk in het licht gesteld.

Wat mij betreft, ik ben van oordeel, dat de Heer Van Lennep zich door deze samenspraak in eene rij geplaatst heeft met twee der aanzienlijkste staatsmannen en doorluchtigste geesten van het oude Nederland: ik meen met den Ridder Hooft, toen hij zijnen Warenar, en met Constantijn Huygens, toen hij de klucht van Tryntje Cornelis schreef.

~Snapachtigheid.~ Men beschuldigt in 't algemeen de vrouwen van een haar ingeboren zucht tot snappen, en de hekel- en blijspel-dichters, zie o. a. Hooft in zijn Warenar, hebben dan ook nimmer nagelaten, die zucht op allerlei wijze ten toon te stellen.

Neen voorwaar, eene natie, welker vrouwen uit deftigen stand een Warenar konden aanhooren zonder blozen, hoffelijke kringen, die behagen konden scheppen in het vertoonen der klucht van Huijgens die natie, die hoffelijke kringen verkeeren nog, ondanks allen geleenden beschavingstooi, in een staat van zedelijke ruwheid.