United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij had het bevel om een paard in gereedheid te houden niet gehoorzaamd en zeide: "Ik heb de paarden niet gezadeld." "Vroeg wakker. Er wordt gevochten, maar zeg er niets van." En zijn meester ging binnen. Carolus stond nog een tijd te staren, tot hij rilde van koû, toen zocht hij zijn slaapplaats bij Walid op.

Musa begreep, dat hem hier een gunstige gelegenheid geboden werd het Arabische gebied uit te breiden, en hij vaardigde een gezantschap af naar Walid, den Kalif en zijn leenheer, om hem zijn oordeel te vragen over een dergelijke onderneming. Walid moedigde dit avontuur zeer aan.

Uit de tenten verschenen soldaten, meest oosterlingen, die hen omringden met dreigende taal en gezichten; zij grepen de teugels, spraken en vloekten met veel gebaren en riepen om Walid. Maar Carolus naderde, die hen beval heen te gaan, Tamalone hartelijk de hand drukte en hem haastig meêvoerde naar de tent. Mevena, op wie hij geen acht had geslagen, volgde, door de verwonderde soldaten nagestaard.

Gedurende Tamalone's afwezigheid was de kapitein weder bewusteloos en ziek geworden, en aangezien zijne wonden reeds waren geheeld zagen de krijgslieden in zijn kwaal den invloed van geheime machten, immers Walid, die uit boeken geleerd had, verklaarde, dat de betoovering eener vrouw er de schuld van was, en dat wellicht de lijder bevrijd zou worden indien de oorzaak werd uitgeroeid.

Tenzij het meisje terugkwam met haar kind; de meester was gansch onder haar bekoring, het lot had geopenbaard, dat een vrouw hem onheil zou brengen, en sedert hij haar ontmoet had, meer dan een jaar geleden, was hij driewerf gewond geweest en geen dag zonder kommer op 't gelaat. Hij, Walid, zou haar in het kamp niet meer dulden. De monnik bleef zwijgen.

Terwijl hij langzaam liep hoorde hij sluipende passen achter zich en zich omkeerende herkende hij Walid aan zijn baard en gelen hoofddoek; hij liep schielijk verder. In de tent van den koning werd Rogier luidruchtig begroet, er was licht van drie lampjes. De koning, met blonde krullen en lachend blauwe oogen, bij een tafeltje gezeten met de edelen, hief zijn hand hoog op en riep Rogier naast zich.

Doch hij was weêr vroeg op en vond Rogier overeind met den brief van den monnik in de hand. En zij maakten een plan om het slot te verrassen voor de andere kampen het merkten, ook Walid was er bij. Het was een koele zonnige dag met doorschijnige wolken. De schildwachten op de torens zagen in de omringende kampen de vuren gestookt en de soldaten in hun dagelijksch werk.

De monnik was plots bleek geworden en staarde Walid strak in de donker glimmende oogen; toen antwoordde hij met luchtig gebaar: "Het lot heeft altijd zijn loop, man. Laat het maar gaan en denk aan wat anders. Als zij niet toevallig van hem hield , maar we moeten het niet anders willen, al wenschen wij het nog zoo gaarne." "Dat is waar."

Toen zij den kuil toegemaakt en er de dorre bladeren weêr over hadden gespreid, nam de monnik het kind op, drukte Walid de hand en ging heen door de boomen, hij hoorde den brigadier nog achter zich, die iets zeide. Er was een kalmte in hem of het nu altoos herfst zou blijven. En langzaam liep hij den weg af, het kind dat schreeuwde zuiend in zijn arm.

Vóór de tent stond Walid in een scharlaken mantel gehuld, met de armen gekruist. Hij verroerde zich niet, tot de beide monniken vlak voor hem stonden; toen gleed zijn mantel van zijn schouders, hij breidde de armen uit en zeide kalm: "Die vrouw mag niet naar binnen." De roode Duitscher keerde zich naar Mevena om en keek zwijgend op haar neder.