United States or Antigua and Barbuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


"En zoudt gij denken," vervolgde Walger, met meer en meer drift, "dat de slotvoogd of zelfs de Bisschop mij zoude vragen wat ik in Holland verricht had en mij niet gaarne absolutie geven voor het kwaad, dat ik er mocht hebben uitgevoerd? Komaan! tap nog een kan ouden wijn en laat er niet meer over gesproken worden."

"Heugt u dat!" zeide Walger: "welnu, wat steekt daarin? ik heb een ander beroep bij de hand genomen." "Gij neemt andere dingen ook," zeide de hansworst: "want gij hebt bij uw vertrek twee paarden meegepakt." "Wie durft dat zeggen," riep Walger, met drift opstaande en de hand aan het geweer slaande. "Dat durf ik zeggen," hernam Daamke: "ik, die er bijna klappen om gehad heb."

"Bij mijn ziel!" dacht Deodaat: "Reinout heeft een heerlijken inval gehad: en ik gun hem zijne zangeres, zoo ik dezen lieven engel op mijn gemak mag blijven beschouwen. Waarlijk, bevallige Jonkvrouw!" vervolgde hij, overluid: "ik dacht weinig, dat de nederige stulp van Walger met zulke bezoeken vereerd werd.

Walger stond eenigszins versuft, te meer, daar hij aan de weifelende houding der boeren besmeurde, dat er weinig staat was te maken op hun bijstand, en dat zij nog nuchter genoeg waren om te begrijpen, dat een beleediging, eenen gunsteling des Graven, eenen Edelman aangedaan, in allen gevalle hachelijke gevolgen voor hen zou kunnen hebben.

"Is de vrouw van Walger ziek?" vroeg Deodaat. "Er is een ongeval gebeurd," antwoordde de onbekende: "zij heeft een wond aan het hoofd bekomen." "Ja freule!" voegde Sytsken er bij: "zoo gij dat een ongeval noemt.... alsof het niet de schuld van dien boozen boschwachter ware: dat het een rechte smijtersbaas is, heb ik van morgen al opgemerkt."

De eerste indruk, welken deze verschijning op Walger deed, was, dat hij zwichtte voor het zedelijk overwicht, hetwelk iemand van hoogeren rang doorgaans op zijn minderen uitoefent. Hij herstelde zich echter weldra, vooral toen hij bemerkte, dat Reinout geene andere wapenen droeg dan een dolk.

"Welnu!" herhaalde Reinout, met een donderende stem: "mijn paard! hebt gij mij niet verstaan?" "Bij Sint-Maarten!" zeide eindelijk Walger, op den koppigen toon van iemand, die zijn besluit genomen heeft en op al de kansen is voorbereid, "indien gij uw paard wilt hebben, zoek het dan, waar het te vinden is."

"Blijf van mij af, schurk!" riep de verschrikte Sytsken, vruchteloos pogende zich van de omarming des jagers los te maken: "ik wil niet met u gaan: ik haat u: gij zijt de oorzaak van alles." "Laat het meiske gaan, vriend Walger!" zeide het zwarte mannetje: "gij hebt geen recht op haar, en volgens art. 17 van het Privilege van Koning Willem is alle maagdenroof strafbaar met....."

Claes Gerritsz trad bedremmeld terug, toen hij den norschen oogopslag des Frieschen edelmans ontmoette: maar de boschwachter Walger, die door zijn beroep meer gewoon was, met edellieden evenals met kameraden om te gaan, nam het woord op: "Deze snaak veroorzaakte hier opschudding: en daar het ongeoorloofd is, messen te dragen, althans te trekken, binnen het rechtsgebied van Haarlem, zoo brachten wij hem naar den Schout: en wij zouden u raden, Jonker! u hier niet tegen te verzetten, of het kon ook met u slecht afloopen."

Zoo ik reden had van uit Holland te vluchten, hij zal ze ook wel gehad hebben en misschien erger dan ik." Reinout zweeg en sidderde: de woorden van Walger hadden een dieper uitwerking gedaan dan deze zelf vermoeden kon. "Komt!" zeide een der boeren: "laat ons een einde aan al dat gehaspel maken. Het wordt laat: nog één kroes en daarmede afgedaan."