United States or Costa Rica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niemand kon het zeggen, en met dit voorval geheel vervuld, keerden Cyrus Smith en zijn vrienden naar de Schoorsteenen terug. Bezoek aan het meer. De stroom. Plannen van Cyrus Smith. Het vet van de zeekoe. Gebruik van de vuursteenen. Glycerine. Zeep. Salpeter. Zwavelzuur. Stikstof. Een nieuwe val.

Het grofkalk bevat eene verzameling van fossielenhoudende kalksteenen, die uitstekende bouwsteenen opleveren; de vlakte der laag bedraagt van 30 tot 35 meters; beneden vindt men grof zand met kleine zwarte vuursteenen en groene korrels glaukoniet, die dikwijls aan elkander verbonden zijn door kalksteen; het bevat tanden van zeehonden, kleine poliepen en eene groote nummulietsoort, die in het grofkalk zeer veel voorkomt.

Zij voorzagen zich verder slechts van de twee houthakkersbijlen, om zich een weg door het dicht begroeide woud te banen, alsook van den verrekijker en van het kompas. Verder nog een paar geweren met vuursteenen, die van meer nut zouden zijn dan percussiegeweren, daar men gemakkelijk andere vuursteenen kon vinden, voor het geval dat men ze verloor. Ook karabijnen en eenige kardoezen namen zij mede.

De vuursteenen te Otta, bij Lissabon, en die te Aurillac gevonden, maken evenmin het vraagstuk uit: zij zijn ongetwijfeld uit de miocene periode afkomstig, doch het is lang niet zeker of zij geslepen zijn. Bovendien is het bijna onmogelijk, dat de mensch reeds in die periode zou bestaan hebben.

Wy merkten ook op, dat verscheiden der muitelingen, die gedood waren, in plaats van vuursteenen, stukken van pot-scherven hadden, waar mede zy niet veel konden uitrichten. Zie daar de reden, waarom wy van deeze zaak zoo gelukkig afkwamen. Wy hadden niettemin nog een groot getal soldaten, die gevaarlyk gewond waren, of zwaare kneuzingen bekomen hadden.

In het volgende hoofdstuk zullen wij ons bezighouden met het tijdstip van het verschijnen van den mensch; reeds nu kunnen wij echter mededeelen, dat men in het diluvium en in de holen uit het begin der quaternaire periode niet alleen geslepen vuursteenen, bewerkte beenderen, schetsen van dieren en een aantal sporen van de primitieve industrie der oudste tijden, maar ook fossiele overblijfselen van den mensch gevonden heeft.

In 1847 werd het vraagstuk een heel eind verder gebracht door de uitstekende onderzoekingen van Boucher de Perthes, die in grintgroeven bij Abbeville eene groote menigte door menschen bewerkte vuursteenen vond. Doch eerst in 1861 werd het vraagstuk met volkomen zekerheid opgelost door de wegruiming van het puin van de grot van Aurignac, door Lartet. Daar was verdere twijfel onmogelijk.

Gaudry en anderen zijn van oordeel, dat het niet onmogelijk is, dat dit door apen zoude geschied zijn. Is dat waar, dan moet de dryopitheke of een andere anthropomorphe aap de voorganger van den mensch geweest zijn. Doch wij moeten hier bijvoegen, dat er zelfs deskundigen zijn, die beweren, dat de vuursteenen in het geheel niet geslepen zijn.

Het zou ons te ver voeren, indien wij alle ontdekkingen vermeldden, zoowel van fossiele overblijfselen van menschen als van geslepen vuursteenen of van voorwerpen, door den oorspronkelijken mensch vervaardigd.

In het museüm te Brussel zijn niet minder dan 80000 door menschenhanden geslepen vuursteenen en 40000 beenderen van dieren voorhanden, die gelijktijdig met den oorspronkelijken mensch geleefd hebben.