United States or Kyrgyzstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar altijd is dit niet het geval. Ook al omdat het geslacht hetwelk de woorden in de volksspreektaal hebben, niet steeds overeenstemt met het geslacht dat in de geijkte boeketaal aan die zelfde woorden toegekend wordt. Zoo heeft het woord wal in de volksspraak het vrouelike geslacht, ofschoon het volgens de hedendaagsche woordenboeken der nederlandsche taal mannelik is.

Als voorbeelden van zulke taalkundig-onjuiste geslachtsnamen mogen hier vermeld worden: Van der Berghe, Van der Leeuw, Van der Wolf, die Van den Berghe, Van den Leeuw, Van den Wolf moesten zijn, omdat de woorden berg, leeu, wolf van het mannelike, niet van het vrouelike geslacht zijn.

De naam eener vrouelike ingezetene van Leeuwarden, ten jare 1511, was »Grijthie Onbeleefd", en die van eenen burger van Sluis in Vlaanderen, in het jaar 1526, »Ryckaert de Gryse."

Iets anders is het met de geslachtsnamen Beghyn, De Nonne en Quanonne. Dezen zijn zonder twyfel van echt-nederlandschen oorsprong, en duiden, eveneens twyfelloos, iemand van de vrouelike kunne aan. Maar Quanonne, de kwade non! Zeker is wel geen naam ongeschikter om eerst als by- of toenaam, later als geslachtsnaam door eenen man te worden gedragen.

Van dezen naam zijn nog de geslachtsnamen Liezinga en Lyzenga, echt friesche patronymika, afgeleid; eveneens Lysen. De metronymikale geslachtsnamen Van Gertruyden, Van Lysebeth en Van Lysebetten vertoonen weêr eenen anderen form, en zijn de vrouelike tegenhangers van de geslachtsnamen Van Frank, Van Alewijn, enz., op bl. 148 vermeld. Wat hunnen oorsprong betreft, zijn ze duidelik.

In den regel stemt, by de geslachtsnamen die met een voorzetsel en een lidwoord samengesteld zijn, het geslacht van het lidwoord, door een voorzetsel beheerscht, overeen met het geslacht van het woord dat er op volgt. Van den Berg b. v. en Ten Berge, omdat het woord berg mannelik is. En Van de Werf en Van der Wal en Ter Stege, omdat de woorden werf, wal en steeg van het vrouelike geslacht zijn.

Dit is ook het geval met het voorzetsel te en het lidwoord. In dit geval zoo wel met het verbogene mannelike lidwoord den, als met het verbogene vrouelike lidwoord der. En deze samenfloeiing van te en den, van te en der is zelfs regel; regel zonder uitzondering. Immers te den en te der komen als voorvoechsels by geslachtsnamen niet voor. Maar de samengefloeide formen ten en ter wel.

Immers Ros, Rose is een oud-germaansche mansvóórnaam, die als zoodanig in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch vermeld wordt. Overigens, de vrouelike en de verklein-form van dezen naam, Rosa, Roosje, is als vrouenaam by ons nog wel in gebruik.

Immers van ouds her zijn er steeds, jaar op jaar, jongelieden uit alle standen, zoowel mannelike als vrouelike, uit dit stadje naar Holland en Friesland getrokken, om daar werk en brood te zoeken en te vinden. By een, meest in Holland gezeten geslacht Nieuwenhuis heeft deze naam echter eenen byzonderen oorsprong.

Immers gevelteekens als »De Roode Leers" of »De Rylaers" kwamen oudtijds niet zeldzaam voor. Raadselachtig is my de geslachtsnaam Der Mouw, wegens dat voorvoechsel der; een oud lidwoord? of het verbogene vrouelike lidwoord? By de vier knoopnamen zal men wel liefst te denken hebben aan den mansvóórnaam Knoop of Cnoop, die oudtijds wel in de Nederlanden voorkwam.