United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij zag hem vrijmoedig aan, toen steunde zij nadenkend het gefronst voorhoofd met de hand en bestudeerde de letters. Een paar maal zag zij hem vragend aan: "Is het dat wel, wat ik denk?" "Ik heb het verstaan," zeide zij eindelijk blozend. "Wat beduidt dat woord?" vroeg hij en wees op de n, die "nimmer" moest beteekenen. "Dat wil zeggen "nimmer," maar het is niet waar."

Op een avond, dat mijn meester van haar terug kwam, was hij in een buitengewoon aangename stemming. "Mijnheer," zei ik, "mag uw getrouwe dienaar vragen, of u vanavond ook iets ongewoons overkomen is?" Hij antwoordde mij, dat hij een ernstig gesprek had gehad met de markiezin van Alménara. Lachend vroeg ik, of die beminnelijke zeventigjarige hem misschien een liefdesverklaring had gedaan.

"Gij komt uit Italië?" vroeg Alonzo, dien dat hoesten en kuchen wat al te lang duurde. Met verlof van uw genade!" hervatte de man, die inmiddels het spraakvermogen had terugbekomen: "Ik kom uit Italië, en ik kom niet uit Italië, in ieder geval echter is het een schoon land, rijk aan geesten, rijk aan vernuften! Italië is...." doch weer brak een hoestbui des redenaars woorden af.

"En is Seerp Van Adeelen ook nog niet terug?" vroeg de Abt haastig: "'t schijnt dat wij vandaag niet zullen eten." "Het zou zeker onaangenaam zijn te moeten wachten tot de Jonker van zijn wandeling ware teruggekeerd, maar erger nog ware het, indien wij ons zonder hem naar den Graaf moesten begeven."

Dat heb ik den laatsten keer opgehaald, was het antwoord van Napoleona. Hebt gij niets meer, Sander? Niemendal vader. En Jan? Geen cent. Hoeveel moet ge dan nog hebben Cesar? vroeg Cornelia aan haar man. Als wij eene ronde som hebben willen, komen er twee centen te kort, verklaarde mijnheer Cascabel.

Hij wist, dat men het sterk had afgekeurd, dat zijn vader dat geld had opgeëischt, dat toch zijn rechtmatig eigendom was. "Wat voeren jelui tegenwoordig uit?" vroeg hij de kinderen op strengen toon. "Heeft de diaconie niets voor jelui gedaan? Waarom loop jelui nu te bedelen?" "Dat kunnen wij niet helpen," zei het oudste meisje. "De menschen, waar wij bij inwonen, sturen ons uit om te bedelen."

"Wel kijk!" zeide Bouke: "geen jager zoo vroeg in 't veld, of de strooper was er nog vroeger. Moet je al zoo vroeg er op uit, Jonker?" "Laat mij gaan," zeide Joan: "laat mij gaan Bouke! ik heb haast." "Hei! hei! die haast wordt, haast ontwordt," hernam de oude dienaar: "'t zijn goê spillekens, die zacht draaien en lang loopen. Weet je wat, Jonker?

Ik vroeg: »woont mijn bruidegom in dit huisZij antwoordde: »och arm kind je bent in een roovershol, je bruidegom woont hier, maar hij wil je dooden en in stukken hakken, en dan koken en opetenMijn lief, het was maar een droom.

Ze barstte uit in luid gejammer, weenend en snikkend hopeloos, en, al stortte thoope gansch haar sterk besluit, al sleerde ze weg, met lijf en ziele, in 't vorig slameur van passie en gevoelerigheid, ze stamelde, benauwd, verloren: Niet ... niet meer gaan ... niet meer ... niet-meer.... Ze drukte koortsig haar hoofdkussen in hare armen. Ze was 's anderendaags vroeg te been.

"Het huis?" wierp Naoeri tegen. "Hij zal het huis bouwen", antwoordde Tefara. "Hij zegt dat het vierduizend Fransch zal kosten. En bij zal ook nog duizend Fransch crediet geven, en dat is tweeduizend Chili." "En het zal zes vadem lang zijn?" vroeg Naoeri. "Ja" antwoordde Mapoehi, "zes vadem." "En zal de achthoekige klok in de middelste kamer zijn?" "Ja, en de ronde tafel ook."