United States or Tokelau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Al mocht mijn ziel verderven En ter eeuwige marteling gaan, Ik zou u verheerlijkend sterven En trotsch voor Gods trone staan." "Wanneer men staat op hoogen torentrans te droomen, Ziend in het diep alom der wereld breeden vrêe, Het groene weideland, de torens en de boomen, En 't parelmoerig blauw der schemerende zee,

En komt gij met trompetgeschal, opdat de krijgskans keer', Dan wacht ik u, verheugd van ziel, hoor ik die klanken weer.« »Neen Roderick, de krijg is uit, en tusschen ons is 't vree: Geen strijd meer tusschen u en mij, het zwaard blijv' in de scheeToen reed hij heen; maar kort daarna wendde hij steels 't gelaat En keek hij angstig achterom, als vreesde hij verraad; Maar de gedachte aan zulk een daad was nimmer opgeweld, In 't harte van den trouwen Cid, dien nooit volprezen held!

Voelt ge uw herschepping niet, Of was u ooit op aarde als thands te moê? Mijn hart is als een bodemlooze zee: Bewogen, maar toch kalm, vol diepen vreê. Ja, als ik rond mij zie, mij-zelv' herken, Mijn hart doorvorsch, uw hand zoo teeder druk, Vervult mij zulk een waereld van geluk, Alsof ik zalig in den Hemel ben! Gij zijt het! 'k Moest dan eerst gestorven zijn... Gij zijt het!

Gij wreev'le Titus, die uw stam vergeet, Wat laat ge uw zoons nog onbegraven waren Aan 't schrikk'lijk strand, aan de' oever van den Styx? Maakt plaats, dat ik hen bij hun broeders legg'. Groet daar elkander stil, als dooden doen, En slaapt in vreê, gij voor uw land gevall'nen!

De Afgrond zag met onuitspreekbre smarten Den vreê herrezen; maar, 't vooruitgezicht getroost, Voorspelt zy uit dien vreê 't verderf van Adams kroost. Het Edensch Geestendom, nog zwevende in de wolken, Zag thands de burgerschap der onderaardsche kolken Zich naadren in de lucht, en deinsde naar omhoog Met d'afkeer in 't gemoed, en de afschriksblik in 't oog.

Meer bepaaldelijk in Vlaanderen hoort men nog: "Vree is God mee"; "God beschikt over nacht"; "geef God geen beschimmeld brood"; "God geeft de koe, maar niet bij de hoornen", d.w.z. de mensch moet krachtig meewerken en de handen uit de mouw steken; "'t is alles goed wat God wil"; "men moet God naar de oogen zien"; "ik was liever zijn rozenkrans, dan zijn paard; "als de eene bedelaar den andere iets geeft, dan lachen de engelen in den hemel."

Een kleine gift van luttel geld Had beide een wijl te vreê gesteld; En zwijgend ging 't op gulden baren De landstreek uit, der haven toe; Neen, eensklaps kweelde Bontekoe Als waar' zijn togt een spelevaren: Noot 1: De Bombax, of zijde-katoenboom. Stem: Wie had op Sinxen nacht Gedacht. Vlaamsch Liedeken. Scheepsvolk.

Gij badt den hemel, vrome maagd! om vrede Voor ’t hart, van wie u dierbaar zijn, en rust En vreê daalde in úw boezem bij die bede: O ziele! u van uw zachtheid onbewust, Gevoelt ge ootmoedig menschen-levens mede, Als loon der plicht wordt vrede u ingekust.

Maar in een Vrij Gewest is ware Vreê te erkennen, Wanneer men in de jeugd de kindren doe gewennen Aan 't denkbeeld, dat de mensch niet voor zich zelve alleen Geboren is, maar ook ten nutte van 't Gemeen; Ja, dat zulks de eerste lust en de eerste pligt moet wezen, Door geene Staatzucht, door geen Geldlust te belezen.

Carl-August nam wat Goethe hem reeds vóor den oorlog had aangeraden ontslag uit Pruisischen dienst; Weimar sloot zich aan bij den Rijnbond; met een hooge oorlogschatting werd de vrêe gekocht. Goethe voelde zich na de huwelijksplechtigheid vroolijk en mild gestemd.