United States or Turks and Caicos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


~Durven~ wijst aan, dat men den moed bezit, om het gevaar kalm te trotseeren of de mogelijke nadeelige gevolgen van zijn daad op zich te willen nemen. Niettegenstaande het »verboden toegang" ~durfde~ hij toch in het bosch te wandelen. ~Zich verstouten~ wijst aan, dat men meer bij oogenblikkelijke opwelling de vreesachtigheid overwint en dan moed voelt ontwaken.

»Moei je met je eigen zaken," zegt hij koeltjes tot den beroemden bokser, die reeds bij voorbaat zijn jas heeft uitgetrokken en de mouwen opstroopt. »Als je een vent bent, dan kom op," brult de strijdlustige Engelschman, die de kalmte van den Boer voor vreesachtigheid houdt, doch de Boer, zich tot de omstanders wendend, zegt bedaard: »Mijnheer is een beetje boven zijn theewater is het niet?"

"Het is, alsof de natuur den Haas door opgewektheid, snelheid en sluwheid heeft trachten schadeloos te stellen voor de hem aangeboren vreesachtigheid en schuwheid.

Elke landstreek acht hij geschikt, de zeekust zoowel als de verschillende binnenwateren, vlakten zoowel als heuvelachtige gewesten. Van het water vliegt hij soms naar de dorste oorden, van deze naar velden en weiden, van hier weer naar het water terug, geheel willekeurig. Zijne handelingen verraden steeds een schuwen, voorzichtigen en wantrouwenden aard, zelfvertrouwen zoowel als vreesachtigheid.

"Ha, ik vrees uwe bedreigingen niet!" zeide deze. "Het zijn de toegevingen, de aarzelingen, de vreesachtigheid, de traagheid van den proost, die de zaak van Kerlingaland hebben verloren." "Neen", kreet Robrecht, "gij alleen hebt ons verraden; gij alleen hebt onze vrijheid en ons vaderland vermoord.

En ofschoon het zeer goed kan voorkomen dat een hebzuchtig, eerzuchtig of vreesachtig man zich onthoudt van overmatig gebruik van spijs en drank en overmatig geslachtsverkeer, zoo zijn toch Hebzucht, Eerzucht en Vreesachtigheid geenszins tegenstellingen van Gulzigheid, Drankzucht of Wellustigheid. Immers een gierigaard is er meestal op belust zich met spijs en drank van anderen vol te stoppen.

Nu vielen mij eene groote verantwoordelijkheid en ongemeen veel bezigheid ten laste; mijne vreesachtigheid maakte mij de taak veel zwaarder dan zij was; ik kon schier niet slapen van ongerustheid en bekommernis, en beging daarom juist nu en dan wel eens eenen misgreep in de uitvoering der ontvangen bevelen.

Vroolijk klommen zij den heuvel op, zich verheugend in elk stukje blauwe lucht, dat hun doorzicht bewees, en toen de opwekkende vlagen van een sterke Zuid-Westerbries hun in het gezicht woeien, beklaagden zij haar moeder en Elinor om de vreesachtigheid, die haar had belet, deze heerlijke gewaarwordingen te deelen. "Is er wel iets zoo zalig in de wereld als dit?" zei Marianne.

Weldra echter schikt zij zich in het onvermijdelijke, laat zich bedaard naar huis dragen, en voegt zich geheel en al naar den wil van den mensch; zij verliest ook haar schuwheid, maar niet de aangeboren schuchterheid en vreesachtigheid. Men voedt haar met noten, pitten van ooft, ooft en brood, ook wel met tarwekorrels. Zij eet spaarzaam en bescheiden, aanvankelijk alleen 's nachts.

Alle zijn schuw en vreesachtig van aard, ofschoon zij zich moedig verdedigen, zoodra men ze tracht te vangen. Nadat zij aan den mensch gewoon zijn geraakt, betoonen zij hem een zekeren, graad van vertrouwelijkheid en worden zachtaardig, vreedzaam en vriendelijk van gedrag; hun vreesachtigheid laten zij echter slechts zelden varen.