United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat dit nu gemakkelijker gaat dan wanneer de handel in handen van gewetenlooze Chineezen is, daarvan getuigt het volgende staaltje, dat wij in Medan vernamen en op Java bevestigd vonden. In een kampong boven Medan kende de bevolking het opiumschuiven niet.

Het verlies zou van belang geweest zijn, daar een groot gedeelte van den huiselijken rijkdom der Saksische eigenaars uit talrijke kudden varkens bestond, vooral in de boschstreken, waar deze dieren gemakkelijk voedsel vonden.

De vrouw bakte n. b. ook nog brood en koekjes, die veel aftrek vonden in de buurt, en hielp zoodoende nog hun inkomsten vergrooten. Nadat ik die aardige kleine kolonie, Riverside genaamd, had bezichtigd, vond ik geen der andere bezittingen, die ik later in oogenschouw nam, zoo aantrekkelijk meer.

Maar "zij gaven 't Godt op, en verwachtten hulpe van Hem." Met zwijgende, doch verre van lijdelijke onderwerping, togen zij dadelijk aan den arbeid, om zich een huis te bouwen, "om te beter voor de coude ende wilde beesten beschermd te blyven." Gelukkig vonden zij op de kust eene groote menigte drijfhout, door den storm herwaarts aangevoerd; wat ontbrak moest het schip leveren.

"Toe zeg, schik een eindje om, dan kom ik naast je zitten." Dat gebeurde, en de twee vrienden reden verder. Al spoedig hadden zij heel wat jongens om hen heen, die het allen een mooi gerij vonden. En allen vroegen om de gunst, of zij ook eens een eindje mochten rijden. "Toe Jan, mag ik ook eens?" vroeg de een. "Neen zeg, laat mij dan liever," zei een ander.

Tot mijne verwondering vonden wij geen spoor van de mannen, die vooruit waren gezonden en die ons hier moesten afwachten met de door hen getimmerde boot; hunne afwezigheid boezemde mij eenige ongerustheid in. Den volgenden morgen maakten de manschappen voor ons eene soort van woning gereed; anderen gingen weer het bosch in, om een muilezel op te zoeken, die achter gebleven was.

Al lang heb ik opgemerkt, dat alles hier een beteekenis heeft; zoodra ik iets hoor of zie waarvan ik niets gehoord of gelezen heb, vraag ik daarom de beteekenis daarvan. Wij waren den tempel binnengegaan, denkende dat er misschien dienst was, doch vonden er alleen één zingenden man.

In den gang vonden wij den Uil, die inmiddels was gestorven en aan het einde daarvan een nest, waarin twee jongen, die reeds zoo vlug waren, dat zij ons ontsnapten."

De menschen vonden wel is waar, dat het een onnut meubel was; maar daarom bekreunden de oudjes zich niet: zij hadden de lantaarn immers lief.

.... Er stroomden de waterstralen, ontspoten de geuren daar ginds. De jongens snoven de geuren op. Lèkker vonden ze dat! Wat ben je nog bl