United States or Turks and Caicos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Chastellain, VII p. 223; La Marche, I p. 276, II p. 11, 68, 345; du Clercq, II p. 197; Jean Germain, Liber de virtutibus, p. 11; Jouffroy, Oratio, p. 173. d'Escouchy, I p. 234. Zie hierboven p. 201. Le miroir de mariage, XVII vs. 1650; Deschamps, Oeuvres, IX p. 57. Chansons françaises du quinzième siècle, ed. XLX, p. 50; vgl.

Daarvan kon ik behoorlik van avond niet alles mededelen. Vgl. 842, vv. tergen, vgl.: "De juffers van het hof die met geçierde rocken, Die met een dertel oogh ons kriele sinnen locken, Verdienen 't ongeluck dat ons haer wesen verght, Maer dit onnoosel dier en heeft my noyt geterght." Vgl. ons: mondterging; en Gloss. Granida.

Het voorbeeld van Sint Aegidius, Germanus, Quiricus bij Gerson, De via imitativa, III p. 777; vgl. Contra gulam sermo, ib. p. 909. Olivier Maillard, Serm. de sanctis fol. 8a. Innocentius III, De contemptu mundi 1. I, c. I, Migne, t. CCXVII p. 702ss. Bonaventura, In secundum librum sententiarum, dist. 41, art. 1. qu. 2, ib. 30, 2, 1, 34; in quart. lib. sent. d. 34, a.

In dezen naam schuilt een herinnering aan den Spaanschen tijd, toen de aanzienlijke Antwerpenaren den Spaanschen titel van Señor droegen. Mechelen: Maneblusschers, zie Volkskunde XXI, bl. 236. Turnhout: Muggeblusschers, vgl. Peer en Meppel. Lier: Schapekoppen. Rethy: Kortooren. Ramsel: Poteerddabbers. Huigene: Eters. Meerhout: Katten en Knikkers. Arendonk: Gorteters, Tjokkers en Pinnekenmakers.

O. Nachod, Die Beziehungen, enz., bl.330 en Beilage 63 A. Wilhelm Volger, Opperhoofd, Daniel Six, tweede persoon, Nicolaes de Roij, ondercoopman en Daniel van Vliet, assistent. Decima, d. i. Voor-eiland. Bat. "Dat geene Hollanders sonder vragen van 't Eijlandt en vermochten te gaan. Bijlage I a. Bijlage I b. Zie Journaal, bl. 65 en Bijlage I a. Vgl.

I, 16, welk vers in Cats-z'n tijd op vs. 12, 13, 14 slaat. Vgl. Grotius, Annotationes in N. T.: "Magnam enim vim habeat in animos sancta viri aut mulieris conversatio". Vrij wat slots hebben, slot hebben = zin hebben, sluiten, vgl. "'t Is beyde sonder maet, en tegen goede zeden, 't Is beyde sonder slot, en buyten alle reden."

Uitvoerig en nauwkeurig is over VELTHEM'S kroniek gehandeld door Dr. TE WINKEL in zijne Geschiedenis der Ned. Lett., bl. 355-367. De bovengenoemde verhalen vindt men: Sp. Hist., V, 1, 28-30, en VI, 4. Over de H. Maagd VI, 32 en VIII, 34. Vgl. TE WINKEL a.w. bl. 170-171. Vgl. het slot van den proloog van Boek IV en het slot van dat Boek. Ik volg hier de uitgave en de inleiding van FRANCK. Vgl.

Niet onaardig is ook de vervorming van Aloë socotrina tot Limb. sokertrienschen aloë, d.i. suikertrijnsche aloë. Zie hierover het artikel van Denis Schrijnen, Pharmaceutische Folklore, in het Pharmaceutisch Weekblad 1902, bl. 833 vgl. Aloë wordt ook wel alewien. De klankassociatie moet dus met bewuste begripsassociatie gepaard gaan. Het woord katapult begrijpt het volk natuurlijk niet.

Limb., XI, 67 vlgg. te verg. met BLOMMAERT, Oudvl. Ged., I, 6 vlgg. Limb., IV, 1057-'69; 1298 vlgg.; III, 1159 vlgg. Limb., III, 1248 vlgg.; V, 2105 vlgg.; VI, 59; VIII, 822 vlgg.; X, 279 vlgg. Vgl. de uitgave van WILLEMS, Introd., VIII. Misschien was de berijmer ooggetuige.

"een jongh en rustigh man, Die, na den rechten eysch, u jeught vernugen kan." Een gehuwde vrouw moet in sommige omstandigheden "alle hare jeughdigheden dempen en doen versterven." 659. deftigh. Vgl. "Of het een deftigh man, die syn geheele werck van wijsheyt en geleertheyt heeft voorgenomen te maken, geraden is sigh ten houwelicke te begeven."