United States or British Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De aanleiding zijner tegenwoordige komst op Aylva-stins was, om haar mede te deelen, dat het, na vele nasporingen, aan de arbeiders eindelijk gelukt was, het lijk van Deodaat terug te vinden, en dat wel aan den voet des torens, waaruit het hem, vader Syard, thans vermoedelijk voorkwam, dat de jongeling zich had nedergestort: dat men hem herkend had aan de koopmanspij, welke hij aanhad bij zijn komst te Stavoren; doch dat het gelaat onkenbaar was geworden door het vuur: dat wijders op het erf zelf van het klooster op last van den Abt een diepe kuil gegraven was, waar al de binnen den grond van Sint-Odulf gesneuvelden een rustplaats zouden hebben, en dus, hetgeen Madzy zeker tot vertroosting zijn zou, in gewijden grond.

"Of," zeide hij, en hiermede besloot hij zijn aanroeping, "indien het Uw wil is, dat wij het getal vergrooten van zoovele vrome martelaars, die voor de verdediging van hun vaderland, voor de rechten van hunne Overheden, ja wat meer zegt, voor Uwen heiligen Naam en ter bewaring Uwer onvervalschte leer, hun bloed hebben vergoten, zoo schenk ons lijdzaamheid, volharding en vertroosting in de ure des lijdens, opdat wij getrouw den goeden strijd volstrijden mogen en dat ook tot ons, als wij ons voor Uwen troon vertoonen om rekenschap af te leggen van hetgeen wij op aarde verricht hebben, moge gezegd worden; gij goede dienstknechten: over veel heb Ik u gezet: over veel zijt gij getrouw gebleven: gaat in de vreugde uwes Heeren!"

Aldus was haar leven zeer treurig en zij droeg dat verdriet met des te meer ongeduld, naarmate zij zich minder schuldig voelde. Daar zij zich door haar man verongelijkt zag, peinsde zij er over tot haar vertroosting een middel te vinden om dat te doen, waardoor haar dit met recht zou geschieden.

Maar in deze taak van vertroosting werd De Bracy gestoord door den horen, die "schor, ver en luid weergalmende" tegelijk de overige bewoners van het kasteel verschrikt en de uitvoering van hun verschillende plannen van geldzucht of losbandigheid gestoord had.

Gerrit liet den stumperd uit zijn tabakszak een pijpje stoppen; hij begreep dat er meer behoefte bestond aan een kleine daad van gemeenzaamheid dan aan een groot woord van vertroosting. Ook viel er voor hem meer te hooren dan te zeggen. "Hoe is het nu eigenlijk in z'n werk gegaan?" De man zweeg tot de pijp behoorlijk rondgebrand was en blies met welgevallen een paar rookwolken uit.

Wijsbegeerte en fraaie letteren mogen op den duur kalmte en vertroosting aan den geest bieden: haar beoefening zoude ik vergelijken bij die van de gezondheidskuur, waarvan de invloed, hoe heilzaam ook, eerst later gevoeld wordt; beroepsbezigheden zijn als de pijnstillende opium of de blaartrekkende pleister, welke de kwaal niet wegnemen, maar ons beletten die te gevoelen.

In tijden van blijdschap kon geen geaardheid opgewekter zijn dan de hare, of in grootere mate die optimistische verwachting van geluk koesteren, die het geluk zelf is. Doch in hare smart liet zij zich eveneens door haar verbeelding medevoeren, even ver van alle vertroosting, als in haar vreugde van storende pijn.

Te recht zegt Cicero, daarvan gewagende: "dat men die zaak, waar 't ons zelve aangaat, niet moet tellen, maar niet verwaarloozen, waar 't onze naastbestaanden betreft" . En evenzoo oordeelt Augustinus, waar hij zegt, dat de zorg voor de begrafenis, de hoedanigheid van het grafteeken en de luister der lijkplechtigheden zaken zijn, die meer de vertroosting der levenden betreffen dan de behoeften der dooden .

Wat zij zeiden, waren woorden van wederzijdsche vertroosting; want zij hadden beiden het gevoel, dat deze scheiding, hoe kort ook, hun pijnlijk zou zijn; en zij maanden in hunne eenvoudigheid elkander aan, om niet te veel te denken aan al het zoet vermaak en aan het stil geluk, dat zij gedurende hunne schoone kindsheid te zamen hadden genoten.

28 Voorts ging daarhenen het Uitverkoren Vat, om van daar vertroosting te halen voor dat geloof, hetwelk het beginsel is voor den weg der redding. 31 Maar ik, waarom daar te komen? Of wie staat het toe? Geen Aeneas, geen Paulus ben ik. Noch ik, noch een ander gelooft mij waardig daartoe.