United States or Turkmenistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Uit Erasmus' verzuchtingen, later over dien leertijd geslaakt, valt op te maken, dat hij met weinig vreugde op zijn leerjaren terugzag, "toen de tijd grootendeels werd besteed aan het dicteeren, repeteeren en reciteeren van onnoozele versregels".

Over de keuze van het onderwerp behoeven wij ons alzoo niet te verwonderen; andere groote dichters kozen voor hun eerste tooneelstukken iets dergelijks. Hierbij komt nog het bezigen van Latijnsche versregels en andere Latijnsche gezegden, evenals dit bij Marlowe en andere tooneelschrijvers van dien tijd veelvuldig geschiedt.

Daarom is het niet waarschijnlijk te achten, dat dit stuk tot zijn allereerste tooneelwerken behoort; men heeft het onder andere willen afleiden uit de vele gerijmde versregels, die er in voorkomen, ongeveer twee derden van het geheele aantal; doch het bezigen er van vloeide ongezocht uit den aard van het stuk voort, die ook aanleiding geeft tot het gebruik van allerlei versmaten.

Het is ongetwijfeld niet toevallig, dat Sh. in geen enkel stuk zoo weinig gebruik maakt van slepende of vrouwelijke versregels, die hier slechts 5% van het geheel bedragen; het bleek den vertaler, dat in dit stuk inderdaad zooveel mogelijk mannelijke regels moeten gebezigd worden en het gebruik van vele slepende regels den indruk van het geheel zou schaden.

D'onverbidd'lijke Wraak uit den afgrond Zal, in de vlakten van Mimas, hun hart door de vlammen verteren!" Na deze versregels worden ze weer met de folterklauwen mishandeld en, den dood nabij, van elkaar gescheiden.

Doch zulk een doorloopen van den zin in meer dan een of in verscheiden versregels is in de vroegere stukken betrekkelijk zeldzaam; meestal is het vers regelmatiger en aan het einde van den regel kan de stem vaak een oogenblik rusten. Men zou dit vers declamatorisch kunnen noemen.

Zij zou hem volgen door ontbering en ellende, tot in "de schaduwen des doods". In hare hooge stemming hield zij er van versregels of bekende uitdrukkingen uit gewijde literatuur zacht bij zichzelf op te zeggen, uitdrukkingen, die zij zich van vroeger herinnerde, maar waarvan zij nu pas recht al de diepte en schoonheid begreep. Alle hadden zij betrekking op Huug, op hare koning, haar afgod!

Ten minste zoo men de overlevering mag gelooven, en inzonderheid de beide raadselachtige versregels in barbaarsch Latijn, omtrent deze zaak nagelaten door een Normandischen monnik, die min of meer toovenaar was, Tryphon geheeten. Deze Tryphon is in de abdij van St. Georges de Bocherville bij Rouaan begraven en op zijn graf worden padden geboren.

Deze bezweringen bestaan voor een groot gedeelte uit verzen en fragmenten van verzen, blijkbaar aan de tragedie en het epos ontleend, zooals immers ook in deze papyri herhaaldelijk versregels uit Homerus als tooverspreuken worden aangehaald.

En toen Oriana zijn verhaal had aangehoord, was zij zoozeer overtuigd, dat haar minnaar dood was, dat zij zich diep bedroefd opsloot in hare vertrekken, en niet getroost wilde worden. Intusschen dichtte Amadis, onder den indruk van zijn groot leed, de volgende versregels: Vaarwel, o roem! vaarwel, o krijgsmanseer en ridderspel!