United States or Nigeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


En eene enkele stem, die zich verhief, versmoorde weldra in de vunzige lucht en verstikte onder het onkruid. Als eene ongezonde zwam kroop het onder de huizen, deed het goede hout vermolmen, klom achter behangsels en beschotten, en de bewoners erfden het over, tot het weldra gemoed en verstand benevelde, en met wrok, wraak en vijandschap vervulde.

Maar de Durance versmoorde, met hare donderende stem, mijne kreten; en zij breidde zich onverschillig en breed uit, hare golven voortstuwende met heel de rustige halstarrigheid der onbezielde dingen. Ik keerde achter in het vertrek terug en ging Babet omhelzen, die weende. De kleine Marie sliep glimlachend voort. "Maak u niet ongerust", zeide ik tot mijne vrouw.

Nu en dan stortte er een krakend gebouw in en versmoorde voor een oogenblik den gloed, die het verteerd had; maar die weldra des te feller van alle zijden onder het puin te voorschijn kwam: de zeewind gierde door de opengeborsten luiken en vensters en dreef brandende stroohalmen en half verteerde lappen zeildoek en netten landwaarts in, waar zij weldra in het moeras neervielen of door den regen werden uitgebluscht.

Zooveel kracht, in zooveel eeuwen neergedrukt, zooveel vergif, drup voor drup uitgeperst, zooveel versmoorde zuchten, dat alles zal dan uitbreken en uitbarsten... Wie zal er dan de rekening vereffenen, een rekening zooals de volken die van tijd tot tijd ter vereffening aanbieden? De Geschiedenis spreekt ervan op zijn bloedigste bladzijden!" "God zal niet toelaten dat die dag ooit komt.

Nog slechts weinige minuten geleden stond hij op den hoek van den breeden Pont Neuf, het oog strak gericht op de kamers, waar de vrouw hem wachtte, die hij zoo innig liefhad aleer de zucht naar rijkdom en goud die liefde versmoorde. Maar dat was gelogen! Hij heeft haar nóg lief. 't Was immers zijn doel, zijn streven geweest om haar rijk en gelukkig te maken! O God! en het moest hun verderf worden!

De stemmen der beenhouwers mengden zich in een aaklig gehuil, en driemaal verlengde zich het holle woord "dood!" Als de zucht die uit de boezem van de zwangere afgrond opstijgt. "Tot de dood!" was de roep welke uit zevenhonderd gloeiende borsten opklom, en die bloedige eed versmoorde tussen het naar gekrijs der slachtbijlen welke op de stalen priem werden geslepen.

Eensklaps trad een man van hooge gestalte uit het gedrang, greep de vrouw bij haar satijnen keurs, dat met slijk bemorst was, en zeide barsch: Volg mij! De vrouw hief het hoofd op; plotseling versmoorde haar woedende stem. Haar oogen schenen verglaasd, van paars werd zij doodsbleek, en zij beefde van schrik. Zij had Javert herkend.

Gij, die mij zozeer bemindet, gij die eens het bloed van uw doorluchtige stam mijn zonen moest meedelen, gij waart mij niet bestemd. De Heer had anders over ons beiden beschikt." De gepijnigde Jonkvrouw joeg haar handen bevend en met drift over de verlamde leden van de ridder. Zij meende enige troostende woorden uit te spreken, maar haar stem versmoorde in doffe snikken.