United States or Cabo Verde ? Vote for the TOP Country of the Week !


De staartspits is zwart. De levenswijze en jachtgewoonten van den Adjag komen, naar het schijnt, in hoofdzaak met die van den Kolsoen overeen; dat hij groote dieren, die zich verweren kunnen, vervolgt, vinden wij niet van hem vermeld. Zijn woonplaats is op Sumatra en Java gelegen en strekt zich, voorzoover zij thans bekend is, van ongeveer 1000 M. hoogte uit tot aan het zeestrand, waar hij, volgens Junghuhn, in sommige tijden een zeer eigenaardige prooi vervolgt. "Toen ik," zegt Junghuhn, "den 14en Mei 1846, uit het langs de kust zich uitstrekkend kreupelbosch van den Tandjoeng-Sodong kwam en het breede zeestrand overzag tot aan de overzijde, waar zich, de landtong Pangarok (letterlijk vertaald: 'Schildpaddenoorlog') bevindt, kon ik mij op een slagveld verplaatst wanen. Honderden geraamten van merkwaardig groote Schildpadden lagen overal verspreid. Eenige waren door de zon gebleekt en bestonden slechts uit gladde beenderen, andere waren nog ten deele gevuld met de verrottende, stinkende ingewanden, nog andere waren versch en bloederig; alle lagen echter op den rug. Op deze plaats worden n.l. de Schildpadden gedurende hun nachtelijke wandeling van den zeeoever naar de duinen en van hier terug naar de zee door de Wilde Honden aangevallen. Deze komen in troepen van 20

Men verkiest die boven de gewone staken, omdat deze, in den grond verrottende, gedurig moeten vernieuwd worden. Men heeft hier weder eene aanzienelijke hoogte, en aan den voet van dezelve ligt het steedje Rabastens. Een beekje stroomt hier langs den weg die alleraangenaamst en zeer effen is, en genoegzaam regt loopt tot Tarbes, zijnde nog 2 1/4 post.

De verrottende deelen besmetten de lucht, vervuilen het water van den fjord en vloed en ebbe brengen de schadelijke kiemen overal heen. Dieren worden erdoor vergiftigd; geen visschen blijven in leven in de fjorden, waar de walvischstations gevestigd zijn, en zelfs het aantal zeevogels vermindert er.

De negerwijk laat de herinnering achter aan wollige kroeskoppen boven donkergele of zwarte lichamen, meestal dampende van zweet: onbevallige gedaanten, neergehurkt voor de deuren van ellendige krotten, lachende, babbelende, twistende, schacherende, te midden van eene bedompte, stinkende, bedorven lucht: een mengsel van allerlei uitwasemingen, van teer, huiden, leer, verrottende planten en alle denkbare, niet te noemen onreinheden en afval.