United States or Guinea-Bissau ? Vote for the TOP Country of the Week !


De klok zal vóór geweest zyn. Dienaar, m'nheer! Dag, Dieper! Gmorge! Dat's de jonge Pieterse. A-eh! Wèèèèl zoo! A-ei, a-ei! Wilkens was 'n oude gek. Z'n geheel leven was één veroveringstocht geweest naar deftigheid en gewicht. Daar-i 't op z'n ouden dag niet verder had gebracht dan tot kantoorbediende en handelsreiziger, kan de lezer narekenen hoeveel veldslagen de man moet verloren hebben.

Zonder de minste moeilijkheid werden wij het over de voorwaarden eens en wij besloten de veroveringstocht door Europa aan te vangen met een "tournée" van een maand door Holland, België en Duitschland. Haar belangeloosheid trof mij wel het meest.

Ernstigen weerstand hebben zij op hun veroveringstocht niet ondervonden, maar een veertigtal grootere en kleinere versterkte plaatsen hebben zij onderweg bezet, en zooals toen gebruikelijk was, uitgemoord en geplunderd.

Toen de eerste zonnestralen hun oogen verblindden, juichten zij luide van vreugde, en Xerxes plengde een offer van wijn uit een gouden beker. "O Ormuzd," riep hij, "ik bid u, dat geen ramp mij tegenhoude bij mijn veroveringstocht, totdat ik de uiterste grenzen van Europa heb bereikt."

Het zijn geboren individualisten, deze ridders zonder gevoel voor wat samenbindt en samenhoudt; zij waren het niet, maar de Noord-Fransen die de Saracenen op hun veroveringstocht te Tours terugsloegen; en zij waren het ook niet, maar het Noorden, dat de politieke leiding nam en het Franse koningsschap schiep.

Ze deed niets, en door 'n byzondere welwillendheid van 't lot, was dit de beste party die ze kiezen kon. 't Spyt me voor sommige lezers, dat haar veroveringstocht niet tragischer afliep. Maar de moraliteit wint er by. Ik gis dat Fancy 't gemeene schepsel de belangwekkende smart niet gunde, van de kastyding die ze verdiend had. Een paar dagen angst was voor haar peccadille volkomen genoeg.

De schatten, die de Afgezanten van Montezuma bij Cortez brachten, hadden echter eene heel andere uitwerking dan Montezuma gehoopt had. Hij meende dat dit goud en die edelgesteenten de »bleeke zonen van den God der luchtzooals hij hen met al de Azteken noemde, zóó blij zou maken, dat ze als kinderen, die wat moois gekregen hadden, terstond naar huis loopen zouden, om daar vol vreugde te laten kijken welke schatten ze hadden ontvangen. Het gezicht van dat goud en die edelgesteenten wekte echter den lust op om de stad en het volk te zien, welke zulke schatten bezaten. Enkelen onder de Spanjaarden waren er evenwel, die al dat schoons en al dien rijkdom ook wel zouden willen zien, doch die zich vrees lieten aanjagen door de bedreiging, dat ze »aan de Goden zouden geofferd«, dus, opgegeten worden. Anderen nog, die het er wel op durfden wagen, vroegen zich af, of ze zich niet blootstelden aan gevangenis of galg, wanneer ze Cortez bleven gehoorzamen. Immers, duidelijk was het gebleken, dat de Gouverneur Velasquez niet wilde hebben, dat Cortez zich aan het hoofd van den veroveringstocht stelde, en zoo zij hem nu bleven gehoorzamen, dan kon Velasquez hen als rebellen beschouwen en als zoodanig behandelen. Cortez zag dat zeer goed in en hij begreep ook wel, dat men hem bij den minsten tegenspoed de gehoorzaamheid ontzeggen zou en dat hij dan het recht niet had om gehoorzaamheid te eischen. Hij was evenwel de man er niet naar om moedeloos het hoofd te laten hangen, en gelukkig voor hem gebeurde er wat, dat hem licht gaf. Terwijl hij nog bezig was met het bouwen van »Vera Cruz« kwam tot hem een Gezantschap van vijf Indianen, die blijkbaar tot een' anderen stam behoorden dan de Azteken. Ze zeiden dat ze Totonaken waren en in de bergen woonden, doch door Montezuma onderworpen waren en nu schandelijk verdrukt werden, waarom ze Cortez kwamen vragen hen te helpen, waar ze dit dwangjuk wilden afschudden. Verder kwam hij te weten, dat de tegenwoordige Keizer eigenlijk voor een groot deel zijner onderdanen een vreemdeling en bij velen in minachting was. Thans was het voor Cortez zaak, hiervan partij te trekken en hij deed dat op eene wijze, welke den naam van eerlijk niet verdient. Zoodra Montezuma hoorde, dat de Totonaken in Cortez' legerkamp waren en een verbond met hem gesloten hadden, zond hij eenige Edelen naar Vera Cruz met de boodschap aan de Afgezanten der Totonaken: »Gij hebt zonder mijne voorkennis een verbond met de vreemdelingen gesloten en moet mij nu tot straf twintig van uwe jonge mannen en vrouwen zenden om aan de Goden geofferd te wordenReeds wilden de verschrikte Indianen toegeven, toen Cortez de Edelen der Azteken liet boeien en in de gevangenis werpen. Na deze daad konden de Totonaken niet meer terugtreden; ze hadden zich bij Montezuma onmogelijk gemaakt. Des nachts evenwel bevrijdde hij twee der Edelen en liet ze in stilte met vriendelijke groeten aan den Keizer vertrekken. Toen den anderen dag de Totonaken hoorden, dat twee Azteken ontkomen waren, wilden ze de anderen dooden. Cortez sprong evenwel voor hen in de bres en liet ook dezen in vrijheid naar Tenochtitlan vertrekken. Door deze sluwe handelwijze had hij het den Totonaken geheel onmogelijk gemaakt om hem te verlaten, terwijl hij aan den anderen kant Montezuma te vriend hield. In troebel water meende Cortez het best te kunnen visschen. Eindelijk was Vera Cruz in zooverre voltooid dat het, met eene voldoende bezetting, weerstand kon bieden aan een' aanval, en thans besloot Cortez zijn' laatsten slag te slaan. Vóór hij zijne plannen nu verder doorzette, moest hij een wettig gezag hebben. Dit zou hij verkrijgen als zijne tochtgenooten zelven hem tot Aanvoerder kozen. Ontstond er d

Naar het aantal zijner schepen had hij zijn legertje in elf afdeelingen gesplitst, en elke afdeeling kreeg een vaandel met een Kruis, waaronder stond: »In hoc signo vinces«, wat zeggen wil: »In dit teeken zult gij overwinnenHij gaf dus, geheel in den geest van zijn' tijd, aan zijn' veroveringstocht het karakter van een' geloofskrijg, en als een bewijs, dat het hem hiermede ernst was, had hij ook gezorgd twee Geestelijken in zijn gevolg mede te nemen.