United States or Libya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mr. Vereecken heeft mij verzocht, de twee jongens te zamen te laten spelen en te zamen hunne schooltaak te laten maken." "Ja, maar," bemerkte de vrouw, "indien dit voordeelig is voor het jongste kind van den notaris, zou het onzen Sander niet in zijne vorderingen kunnen schadelijk zijn?" "Toch niet, moeder.

Eene berrie had men niet bij de hand; maar de baanwachter, die ondanks zijne smart nog een klaar besef van den toestand had behouden, hief de deur van het wachthuis uit hare hengsels. "Daar is eene baar," zeide hij; "leg Mr. Vereecken er op met mijn bed en draag hem voorzichtig naar huis." Zijn goede raad werd gevolgd.... Men meende het wachthuis te verlaten, maar daar kwam nu eensklaps Mr.

"Zwijg, moeder lief, ik heb geenen tijd om veel te spreken," zeide hij. "Waak over de kinderen en doe ze in hun bed blijven. Ons dreigt geen gevaar. Er is een ander ongeluk gebeurd: de tilbury van den notaris is door den sneltrein overreden geworden. Mr. Vereecken en zijn knecht zijn erg gewond. Ik moet terug om hulp te brengen. Dat niemand uit den waggon gaat zonder mijne toelating."

Wat Frederic Vereecken ook poogde om den baanwachter in het rijtuig te doen blijven, deze wilde er niet in toestemmen. Hij had zijnen vriend Jacob gezien; hij had wat verder den schoolmeester bemerkt, en zijn hart snakte om hen aan den hals te vliegen en hun zijnen dank voor hunne beproefde trouw te betuigen. Zijne vrouw, zijne moeder en zijne kinderen stapten na hem uit de koets.

De jonge heer Vereecken trad nader en, zich tot den gevangene keerende, zeide hij met diepe ontroering in de stem: "Verhelst, gij hebt recht om mij te haten; ik heb u veel kwaad gedaan, ik weet het; maar schenk mij uwe vergiffenis, want ik breng u geluk, eer en vrijheid weder!" De baanwachter en zijne vrouw bekeken hem met ongeloof; maar zij beefden en waren bleek van angstige afwachting.

Op eenigen afstand van het bed zat mevrouw Vereecken met eene ziekendienster. De notaris lag op den rug met opene oogen en den blik strak en glasachtig in de hoogte gericht. Hij scheen nog te dwalen of althans weinig bewustheid van zijnen toestand te hebben. Frederic naderde hem en zeide met zachte stem: "Vader, hier is de heer Masmans, onze vriend, die u komt bezoeken."

"Maar, o hemel, vrouw, hoe zijn de lieden van Bolderhout eensklaps zoo boos en zoo wreed geworden, zij, die ik aanzag voor de beste menschen der wereld?" "Het is de schuld van Mr. Frederic Vereecken. Die loopt nu van den morgen tot den avond rond om iedereen tegen u en tegen ons aan te hitsen. Zie, Jan, ik heb het nooit gedacht; maar Mr.

Hier bleef hij staan met eene opgerolde vlag in de hand, totdat de trein, zonder stil te hebben gehouden, voorbij was gesnord en uit zijn gezicht verdween. Bij de blinde vrouw teruggekeerd, antwoordde hij op hare vraag: "Waarom ons Sanderken zoo laat uitblijft? Gij weet het wel, moeder. Mr. Vereecken, de notaris, heeft een jongsken, dat wat ouder is dan ons Sanderken; maar het kind leert moeilijk.

"Recht naar het huis van den notaris Vereecken!" gebood de substituut zijnen koetsier. Een half uur later stapte hij af vóór de schoone woning van den notaris en vroeg den knecht, die hem opende, of hij Mr. Frederic niet zou kunnen spreken.

Frederic Vereecken had hem in de stad de blijde tijding gebracht, dat hij in zijnen post als barreelwachter was hersteld. Hij zou dus weder in den waggon wonen, in zijn lief hoveken wandelen en op zijne streep gronds arbeiden! Niets was veranderd in zijn leven, dan dat de toekomst zijner kinderen was verzekerd en hij geene slagen van het lot meer te duchten had.