United States or Austria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Fröken Vera Hjelt, de bekende inspectrice van den arbeid, uit Finland, gaf als haar meening te kennen, dat de vrouwen-parlementsleden na korte tusschenruimten een rapport moeten opmaken van alles wat door vrouwen-parlementsleden in hun respectieve parlementen is voorgesteld, op welke wijze het verdedigd werd en hoe die vrouwen spraken en stemden over voorstellen, door anderen ingediend.

Vera Hjelt zegt, dat niettegenstaande zooveel ijver er toch nog weinig van al deze wetten is tot stand gebracht. Dit is echter een gevolg van den ongunstigen toestand waarin Finland verkeert. In die paar jaar tijds dwong Rusland het land vier keer tot ontbinding van den Landdag, omdat de daarin behandelde en aangenomen zaken niet in den smaak van Rusland vielen.

Vera Hjelt is er een grondig onderzoek ingesteld, welke gevolgen zoo'n verbod voor de vrouwen te beteekenen heeft en wat de schaduwzijden van nachtarbeid speciaal voor vrouwen zijn.

Ik ondervond de waarheid van het gezegde, dat de eetlust al etende komt. Van den minister had ik zoo gemakkelijk de vier gunsten verkregen, waarvan ik hierboven sprak, dat ik niet aarzelde hem een vijfde te vragen. Een ridder uit Calatrava bood mij duizend pistolen aan, indien ik hem gouverneur kon maken van de stad Vera, bij Granada.

Vera bona extra virtutes, et earum actiones, quae ad peccatum non ducunt sunt aut delectantia, aut delectantium causa, quae utilia vocantur ut possessionum abundantia.

Het is Vera Hjelt, de bekende fabrieksinspectrice, die van den wetgevenden arbeid der vrouwen in Finland, gedurende de jaren 1907-1911, een uittreksel heeft gemaakt en dit werk, ten behoeve van de vrouwen in andere landen, gepubliceerd heeft.

Als winterbloeister heeft vooral veel waarde de Myosotis oblongata vera, een plantje met lichtblauwe bloemen. Men zet haar gedurende den winter, zoo mogelijk, zonnig, koel en geheel vorstvrij, daar zij zeer gemakkelijk bevriest, de bloemen zullen dan in Februari zeer talrijk verschijnen.

Humboldt heeft opgemerkt, dat in de heete luchtstreek "de kleinste moerassen het gevaarlijkst zijn, wanneer zij, zooals te Vera Cruz en Carthagena, omringd zijn door een dorren zandgrond, die de temperatuur der omringende lucht doet stijgen." Op de kust van Peru is de temperatuur echter niet bijzonder hoog, en zijn misschien daardoor de intermitteerende koortsen niet van de boosaardigste soort.

Daar de stichting er van op Goeden Vrijdag begonnen was, kreeg ze den naam van »Villa Rica de Vera Cruzwat »Rijke stad van het Ware Kruis« beteekent. Terwijl men zoo aan het werk was, kwamen twee Kaziken, die aan Montezuma onderworpen waren en Pilpatoe en Teutile heetten, met schatten beladen bij Cortez.

De schatten, die de Afgezanten van Montezuma bij Cortez brachten, hadden echter eene heel andere uitwerking dan Montezuma gehoopt had. Hij meende dat dit goud en die edelgesteenten de »bleeke zonen van den God der luchtzooals hij hen met al de Azteken noemde, zóó blij zou maken, dat ze als kinderen, die wat moois gekregen hadden, terstond naar huis loopen zouden, om daar vol vreugde te laten kijken welke schatten ze hadden ontvangen. Het gezicht van dat goud en die edelgesteenten wekte echter den lust op om de stad en het volk te zien, welke zulke schatten bezaten. Enkelen onder de Spanjaarden waren er evenwel, die al dat schoons en al dien rijkdom ook wel zouden willen zien, doch die zich vrees lieten aanjagen door de bedreiging, dat ze »aan de Goden zouden geofferd«, dus, opgegeten worden. Anderen nog, die het er wel op durfden wagen, vroegen zich af, of ze zich niet blootstelden aan gevangenis of galg, wanneer ze Cortez bleven gehoorzamen. Immers, duidelijk was het gebleken, dat de Gouverneur Velasquez niet wilde hebben, dat Cortez zich aan het hoofd van den veroveringstocht stelde, en zoo zij hem nu bleven gehoorzamen, dan kon Velasquez hen als rebellen beschouwen en als zoodanig behandelen. Cortez zag dat zeer goed in en hij begreep ook wel, dat men hem bij den minsten tegenspoed de gehoorzaamheid ontzeggen zou en dat hij dan het recht niet had om gehoorzaamheid te eischen. Hij was evenwel de man er niet naar om moedeloos het hoofd te laten hangen, en gelukkig voor hem gebeurde er wat, dat hem licht gaf. Terwijl hij nog bezig was met het bouwen van »Vera Cruz« kwam tot hem een Gezantschap van vijf Indianen, die blijkbaar tot een' anderen stam behoorden dan de Azteken. Ze zeiden dat ze Totonaken waren en in de bergen woonden, doch door Montezuma onderworpen waren en nu schandelijk verdrukt werden, waarom ze Cortez kwamen vragen hen te helpen, waar ze dit dwangjuk wilden afschudden. Verder kwam hij te weten, dat de tegenwoordige Keizer eigenlijk voor een groot deel zijner onderdanen een vreemdeling en bij velen in minachting was. Thans was het voor Cortez zaak, hiervan partij te trekken en hij deed dat op eene wijze, welke den naam van eerlijk niet verdient. Zoodra Montezuma hoorde, dat de Totonaken in Cortez' legerkamp waren en een verbond met hem gesloten hadden, zond hij eenige Edelen naar Vera Cruz met de boodschap aan de Afgezanten der Totonaken: »Gij hebt zonder mijne voorkennis een verbond met de vreemdelingen gesloten en moet mij nu tot straf twintig van uwe jonge mannen en vrouwen zenden om aan de Goden geofferd te wordenReeds wilden de verschrikte Indianen toegeven, toen Cortez de Edelen der Azteken liet boeien en in de gevangenis werpen. Na deze daad konden de Totonaken niet meer terugtreden; ze hadden zich bij Montezuma onmogelijk gemaakt. Des nachts evenwel bevrijdde hij twee der Edelen en liet ze in stilte met vriendelijke groeten aan den Keizer vertrekken. Toen den anderen dag de Totonaken hoorden, dat twee Azteken ontkomen waren, wilden ze de anderen dooden. Cortez sprong evenwel voor hen in de bres en liet ook dezen in vrijheid naar Tenochtitlan vertrekken. Door deze sluwe handelwijze had hij het den Totonaken geheel onmogelijk gemaakt om hem te verlaten, terwijl hij aan den anderen kant Montezuma te vriend hield. In troebel water meende Cortez het best te kunnen visschen. Eindelijk was Vera Cruz in zooverre voltooid dat het, met eene voldoende bezetting, weerstand kon bieden aan een' aanval, en thans besloot Cortez zijn' laatsten slag te slaan. Vóór hij zijne plannen nu verder doorzette, moest hij een wettig gezag hebben. Dit zou hij verkrijgen als zijne tochtgenooten zelven hem tot Aanvoerder kozen. Ontstond er d