United States or Jersey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het droeve slagveld donkert weg met de vage hoopjes der gevallen lijken en de rust, die over 't eenzaam landschap daalt is van een eindelooze triestigheid. Ergens rijdt, onder dof en langgerekt gedreun, een trein op een metalen brug en in de verte blaft een hond, met hol en klagelijk-droef geluid. De vrijwilliger haakt zijn veldflesch los en drinkt met lange, gulzige slokken.

Ten overvloede heeft zij boven mannelijk gezelschap dit voor, dat zij u niet de veldflesch helpt ledigen; en boven vrouwelijk, dat zij niet kijft en kakelt langs den weg." »Foei, broeder, foei!" riep Barbara: »Gij, anders zoo galant!" Weer observeerden wij met bezorgdheid die heftige schudding in den zetel van des paters nieren.

"Knielen zult ge voor God alleen." En dan, moest in dit oogenblik het woord niet met gloeiende letters voor Augusts oog geschreven staan: "Vergeet de hand niet die u de veldflesch reikte toen ge snaktet naar water"? "Oom!" barst Helmond uit, terwijl hij de hand van den grijsaard vat: "ik bid u, spreek zoo niet. Heb ik u niet lief als een dankbare zoon?" "'t Is wel August, maar ga nu.

Ofschoon ik anders weinig of bijna nooit whisky drink, had ik op aanraden toch eene veldflesch met dit geestrijk vocht meegenomen, welke, ik moet het bekennen bij zulke gelegenheden, waar men vrijwel uitgeput, af en toe wanhopig, uitziet naar het einde der reis, uitstekende diensten bewijst. Zoo'n slok uit de whisky-flesch geeft dan weder nieuwen moed!

Er bevond zich een loslendige Napolitiaan in met lange zwarte haren, met een echt perkament-gezicht, met oogen om bang van te worden, en die vertelde dat hij Hannibal Pantalucci heette; verder een Portugeesche jood, wiens naam Nathan was, een echte diamant-kenner, die zich in zijn hoekje zeer stil hield en het menschelijk gewriemel met wijsgeerigheid beschouwde; dan nog een mijnwerker van Lancashire, Thomas Steel genaamd, een lange lummel met rooden baard en stevige heupbeenderen, die de steenkolen-mijnen ontvlucht was om zijn gelukkig gesternte in Grikwaland te beproeven; verder een Duitscher, Herr Friedel, die steeds machtspreukig als een orakel sprak, en altijd alles wist wat op de ontginning der diamanthoudende terreinen betrekking had, hoewel hij nimmer een enkelen diamant gezien, veel minder bezeten had; ook nog een Yankee met fijn gevormde lippen, die slechts samenspraken hield met zijne lederen veldflesch en die waarschijnlijk in de ontginningsvelden een drankwinkeltje kwam openen, waarin de meeste verdiensten van den mijnwerker zouden verdwijnen; dan nog een pachter afkomstig van de boorden van de Hart-rivier, een Boer van den Oranje-Vrijstaat; een ivoorhandelaar, die naar het land der Namakken trok; twee kolonisten uit de Transvaal, en een Chinees, die Li heette, zooals een achtenswaardig Chinees betaamt.

De wolkennevel daalde diep om hem neer, eensklaps bevond hij zich voor den steilen rotswand: de regen begon neer te stroomen. Hij voelde een brandenden dorst, hitte in zijn hoofd, koude over al zijn leden; hij greep naar zijn veldflesch, maar deze was ledig; hij had er niet aan gedacht, haar te vullen, toen hij tegen de bergen opstormde.

Het hart van den ongelukkige klopte nog, hoewel zeer flauw en slechts met lange tusschenpoozen. De levensvonk ging ontbreken... Zou het geheim hem niet te ontlokken zijn vóórdat hij den laatsten zucht zoude geslaakt hebben? De stervende was op eene laag gras neergelegd. Mars greep zijne veldflesch en bracht haren hals tusschen de lippen van den gewonde.

Van de slapers gaan mijne oogen naar hun schamele, en grootendeels uniforme have, die op een plank, boven het hoofdeinde der bedden, als uitgestald ligt. Boven den slappeling staat een jam-potje, en een kopje met vet, dat hij den vorigen dag uit het eten gespaard heeft; er liggen glacé-handschoenen en een viezige veldflesch en een bestoft stuk wittebrood.

«Roodkopzeiden de soldaten, en Peter lachte; maar ook zei de een na den ander: «VossekopToen beet hij zich op de lippen en keek een anderen kant uit de wijde wereld in; hij bekommerde zich om den scheldnaam niet. Flink was de jongen, vroolijk van aard, goed van humeur; «en dat is de beste veldfleschzeiden zijn oude kameraden.

Deze had nog immer een veldflesch met water in zijn zak, in Turkije en Bulgarije was het water niet te vertrouwen en nu werd hij verdacht cholera baccillen of iets dergelijks met zich te voeren. "Wat zit er in die flesch?" "Water." "Zoo, water, drinkt u er dan eens uit."