United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Graaf nam een der brieven op en leide dien, na gedane lezing, stilzwijgend naast zich neder: hij was van Uyttenbogaert, en de Predikant bedankte hem daarin voor ettelijke diensten, aan de Remonstranten bewezen: een volgende was van De Groot, die zijn huisvrouw aan de bescherming Zijner Doorl. aanbeval, en tevens, evenals Uyttenbogaert, 's Graven raad vroeg over de aanbiedingen, vanwege den koning van Spanje gedaan: na het lezen van dezen zag Frederik Hendrik den Prins met vragende oogen aan.

Zijn beschermer Oldenbarneveldt was veroordeeld en ter dood gebracht: velen onder zijne vrienden, als De Groot, Uyttenbogaert en anderen, ten lande uitgeweken: en er was weinig kans, dat de partij, die thans aan 't hoofd was, hem vooreerst tot staatsbedieningen roepen zou. Hij zelf kon niet verlangen een Regeering te dienen, met welker inzichten hij niet overeenstemde.

Doch met evenveel gemak, als had hij een kind opgenomen, slingerde de Jezuïet zijn weerpartij van zich af, wierp de arme Heer van Sonheuvel midden in de sloot, ijlde de plank over, trok die achter zich weg en riep, terwijl hij het paard van den Ritmeester losmaakte en besteeg, dezen toe: "denk nu op uw gemak eens na of gij u de preek van Uyttenbogaert niet herinneren kunt."

"Gewis, Mijnheer!" antwoordde Uyttenbogaert: "in zooverre als zij remonstreerden tegen de verkeerdheden van hun tijd." "UEd.," zeide De Groot met verbazing, "heeft toch den goddelijken Cicero wel hooren noemen."

Hij was bezig den achtersten der voetgangers in oogenschouw te nemen en zag hem zóó strak aan, dat deze verlegen begon te worden en het gelaat afwendde. "Zoo ik mij niet bedrieg," vroeg eindelijk de heer van Sonheuvel aan den onbekende, "heb ik u laatstleden Zondag in 's-Hage gezien bij het uitgaan der kerk, toen Ds. Uyttenbogaert gepreekt had."

Falckestein, die te wellevend was om ook zijn vertrouwdsten vriend wegens een geheugenfeil te bespotten, zweeg eenige oogenblikken stil; doch, bemerkende dat Reede hoe langer hoe ongeduldiger en verstoorder op zichzelven raakte, zich de lippen beet en zijn paard zoo strak tusschen de ooren keek, alsof de geheele preek van Uyttenbogaert daar geschreven stond, zocht hij een wending aan het gesprek te geven, door hem opmerkzaam te maken op een kleine, van weilanden omringde, huizinge of hofstede, welke, tusschen zware lindeboomen, een eind verder aan den weg gelegen was.

Dan, mijn moeder zaliger was, vooral door de vriendschap, welke zij voor haar Franschen Predikant Uyttenbogaert koesterde, de verdrukte partij genegen en bewees haar al die diensten en hulp, waartoe zij door haar invloed en vermogen in staat was gesteld.

Uyttenbogaert, schoon deze 't anders meende, weet gij, in zijn preek van laatstleden Zondag, toen hij zeide.... ja wat zeide hij ook?.... In die schoone leerrede, toen.... wat duivel zeide hij toch?".... Hier richtte de goede Ritmeester zich op in den zadel, nam den hoed af en hield dien tusschen duim en wijsvinger, terwijl hij met de andere hand zich het achterhoofd wreef, zette vervolgens den hoed weder op, bracht de hand voorwaarts, rolde zich den knevel om den wijsvinger, hoestte, hemde en mompelde eenige reizen achtereen: "ja, wat duivel zeide hij toch?"

Hoe eenvoudig deze vraag ware, zij scheen den vreemdeling van zijn stuk te brengen: bedremmeld antwoordde hij: "jawel, Uwe Edelheid! ik ben daar geweest." "Uitmuntend!" hervatte Reede "en weet ge u ook het hoofdzakelijke te herinneren? Ik was juist bezig met Zijn Genade over een punt te spreken, dat Ds. Uyttenbogaert.... dat ik hoor," voegde hij er bij, zich hervattende, "dat ik hoor, dat Ds.

De predikatie en de inzegening werd door den Hofprediker Uyttenbogaert in de Fransche taal volbracht en de gemeente zeer gesticht; doch hetgeen Reede niet stichtte, was een vraag, hem, toen hij in den trein van vrienden en bruiloftsgasten de kerkdeur uittrad, door een der omstanders in 't oor geblazen, "of hij namelijk de preek zoo goed in zijn geheugen had als die van de vorige week."