United States or Morocco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mont-Dore en Ussel liggen niet ver van elkander; wij legden dien afstand in twee dagen af en kwamen vrij vroeg in Ussel aan. Ik was hier in zekeren zin in mijn eigen land; te Ussel was ik voor het eerst in het publiek opgetreden als de knecht van den heer Joli-Coeur of de domste is niet hij, dien men er voor houdt.

't Was bijna middernacht toen wij heengingen. In het stadje Ussel, dat des avonds zoo kalm en rustig was, heerschte den anderen morgen groote drukte en getier.

Geen wonder dat ik treurig te moede was, toen ik te Ussel kwam; onwillekeurig verbeeldde ik mij, dat ik zoo straks den grijzen hoed van Vitalis zou zien, wanneer ik den hoek eener straat omsloeg, en dat ik weer die bekende woorden zou hooren, die mij zoo vaak in de ooren klonken: "voorwaarts!"

Ik wou niet met leege handen bij moeder Barberin komen, die altijd zoo goed was voor haar kleinen Rémi, het verlaten kind; toen heb ik eens nagedacht wat u van 't meeste nut zou kunnen zijn, en ik meende dat eene koe, die de plaats innam van Roussette, u het liefst zou wezen. Op de beestenmarkt te Ussel hebben wij toen de koe gekocht voor het geld, dat Mattia en ik verdiend hebben.

Mijn schoenen, de schoenen, die Vitalis mij beloofd had, zouden thans spoedig aan mijn voeten zijn. Waar was de heerlijke winkel, die ze mij leveren zou? Dien winkel zocht ik: het overige, torens, daken en gevels, niets boezemde mij eenig belang in. Het eenige wat ik mij dan ook van Ussel nog herinner, is die sombere bedompte winkel in de nabijheid van de markt.

In ieder geval hebben wij nooit aan woorden behoefte gevoeld; van den eersten dag af, hebben we elkander terstond begrepen. Daar ik nooit mijn dorp verlaten had, was ik zeer nieuwsgierig om een stad te zien. Ik moet evenwel bekennen, dat Ussel mij in het minst niet trof.

Wanneer zij drie of vier voorstellingen gegeven hadden, kende men hun gansche repertoire; zij vielen altijd weder in herhaling. Vandaar dat wij niet lang in eenzelfde stad konden blijven. Drie dagen na onze aankomst in Ussel moesten wij ons weder op weg begeven. Waar zouden wij heengaan? Ik was vertrouwelijk genoeg met mijn meester geworden om deze vraag te doen.

Zeventig francs met de honderd veertig, die wij in kas hadden, maakte tweehonderd tien; nu was de tijd gekomen om zoo spoedig mogelijk naar Chavanon te reizen over Ussel, waar, naar men ons had medegedeeld, in dezen tijd eene groote beestenmarkt werd gehouden, die met een kermis gepaard ging.

Na geruimen tijd het vóór en tegen overwogen te hebben, hadden wij besloten, dat inplaats van ons regelrecht naar Ussel te begeven en van daar naar Chavanon, wij over Clermont zouden gaan, daar dit een niet al te groote omweg was en wij daarbij de gelegenheid hadden om de badplaatsen te bezoeken, waar zich in dezen tijd veel zieken ophielden: Saint Nectaire, Mont-Dore, Royat, Bourboule.

Geruimen tijd bleef ik aan mijne eigene overdenkingen overgelaten; eindelijk kwam de vrederechter terug met Mattia. Ik zal narichten inwinnen te Ussel, zeide hij, en als die, zooals ik hoop, bevestigen wat gij mij verteld hebt, dan zal ik u morgen in vrijheid doen stellen. En onze koe? vroeg Mattia. Die krijgt gij dan terug.