United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


De vrouwen hoorden dit ook, en uitkijkende zagen zij, ver achterwaarts, op den kam van een heuvel, een troep mannen tegen het roode schijnsel van den dageraad afstekende. Nog een heuvel, en de vervolgers hadden blijkbaar den wagen in het oog gekregen, daar de witte kap dezen in de verte deed onderscheiden, en een woeste zegekreet werd door den wind overgevoerd.

De uitkijkende matroos kondigt den walvisch aan, dien hij aan den horizon bespeurt. Dan zijn alle mannen dadelijk op hun post, en als het juiste oogenblik is gekomen, schiet een klein kanon den langen ijzeren haak af, die als de harpoen van zaagtanden is voorzien, en die bij voorkeur wordt afgeschoten op de massa's zacht vleesch rondom de kieuwen.

"O neen," zei Elsje, een anderen kant uitkijkende. "Heelemaal niet natuurlijk, maar ik dacht dat je misschien boos op me zoudt wezen." "Als je niet bang voor me bent, waarom durf je me dan niet aan te kijken?" "Dat ... dat durf ik wel." "Doe het dan eens."

Niet 't minste vermoeden hadden wij, toen wij die lesjes schreven, dat eens de pionierster dier edele beweging in Nederland: der jeugd opvoedende lectuur te geven, ons zou vragen, een steentje bij te dragen voor den bouw van den hoogen, slanken toren, hoog oprijzend in reine lucht; een toren met veel vensters, uitkijkende naar alle hemelstreken, vensters van klaar en onbedriegelijk glas ... dien zij optrok voor hare lievelingen: de jeugd, den mensch van de toekomst!

Het was zóó iets wonderlijk liefs, dat blonde kind in haar effen blauw kleedje, waarover de gouden haren languit golfden, tusschen de wilde rozen uitkijkende, dat hij eerst dacht te droomen en zich doodstil hield.

Achter trage golvingen van den grond rijzen heuvels op, dan berghellingen, donker oerwoud, waarvan schuimwit, de beken met wervelende watervalletjes afstorten in de onstuimige rivier, grijs-blauw als een alpenstroom wanneer de sneeuw smelt. Al koeler waait de wind den uitkijkende in het gezicht.

Er is niemand te zien. Ik zal met Lejanne mij gaan overtuigen, of de andere hutten ook verlaten zijn; François en Apatoe zullen inmiddels hier de wacht houden. Niet zonder een zeer onaangename gewaarwording, bemerken wij dat inderdaad de inwoners zijn verdwenen. Waarom hebben de Indianen zich verwijderd? Willen zij onze bagage stelen? Er valt geen oogenblik meer te verliezen: wij moeten trachten hen zoo spoedig mogelijk in te halen. Lejanne vuurt tweemaal zijn geweer af, ten teeken dat wij hunne vlucht bemerkt hebben; in de hoop dat zij zich dan zoo spoedig mogelijk uit de voeten zullen maken, zonder zich den tijd te gunnen onze bagage mede te nemen, die onder het afdak nabij den oever geborgen is. Wij gaan het bosch in en loopen zoo snel als de donkerheid toelaat; tevens zooveel mogelijk links en rechts uitkijkende, want niets zou gemakkelijker zijn, dan

"Je zelt haast gedaan hebben, schippertje!" zei een juffrouw in de roef, onder haar bril uitkijkende, tot onzen Rietheuvel, nadat zij vruchtelooze pogingen had in 't werk gesteld om een heer, die in 't hoekje zat, aan den praat te krijgen. "Je zelt haast gedaan hebben, schippertje!" "Hoe zoo, juffrouw?" vroeg de kapitein. "Wel, met die Spoorwegen!" "Spoorwegen! juffrouw da's geen duit waard.

Op de wallen, voor de poort San-Giovanni, wordt deze gelijkenis met het Oosten nog sprekender: en toch, deze westersche gezichten zijn ons bekend en gemeenzaam: die lage, gekanteelde muren, die zware plompe torens, die gewelfde poorten met valbrug en bastion, die spitse gevels uitkijkende boven de omwalling, die klokketorens ... die gansche rooskleurige silhouette eener stad boven op eene steile helling, waarvan het verschroeide gras met voetpaden doorslingerd is, met haar eigenaardige tegenstelling van kleuren en lijnen: gij kent ze weder van ouds, en toch prikkelt zij, misschien wel juist daarom, dubbel uwe nieuwsgierigheid.

Maar van hem noch van den Duitscher vonden wij een teeken. Met een donker gelaat liep mijn vriend langs den kant, nauwlettend uitkijkende naar iets, dat ook maar de minste aanwijzing zou kunnen geven. Indrukken van schapenpooten waren er genoeg en eenige mijlen verder op een plaats ook sporen van koeien. Anders niets.