United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Kom, treur er maar niet over! Wij zullen hem een andermaal wel vangen!" De ontdekkingstocht werd voortgezet. Naarmate de jagers verder kwamen, werden de boomen schaarscher maar ook prachtiger, hoewel er aan geen enkelen eetbare vruchten gevonden werden. Juist vloog er een zwerm kleine vogels, met langen staart en prachtige veeren, tusschen het geboomte op en bedekte den grond met vederen.

Ach, zeg mij of het zoo moet zijn en wanneer het geschiedt, Dat ik U ooit vinden zal, Dat ik die oogen kus, die mij deden smachten van verlangen. Zeg het mij, mijn zoetelief, mijn ziel, Wanneer gij hier zult komen, En bemoedig mij door het spoedig mij te zeggen. Het verbeiden dure kort, Totdat gij komen zult, en het blijven lang, Opdat ik minder treur, daar Amor mij heeft gewond.

Onweerstaanbaar wak're mannen, Lieve broeders, kameraden! In mijn borst gloeit voor U allen wonderteêre, sterke liefde! O ik treur, en nochtans juich ik! Voor U allen gloei ik van liefde, Pioniers! O Pioniers! O Pioniers!

Zelfs de Reizende Trompetter, het blaadje van den Boerenstand, gaf een nécrologie van den gestorven poëet, en aan het stot daarvan vier treffende regels: "Treur, Neêrland, treur om Uwen Muller, Nooit zong een Dichter blijer, guller, Tot Godes en der menschen eer. Nu is hij dood en zingt niet meer!"

Toen hij het droeve verhaal had vernomen, antwoordde de oude man: "Treur niet langer. Ik zal die zaak voor u in orde brengen." Getrouw aan zijn belofte, maakte de oude man een mand, zette Hoori daarin, en deed die in zee zinken. Toen Hoori diep in het water was neergedaald, kwam hij aan een liefelijk strand, dat rijk was aan verschillende soorten zeegras van de meest fantastische vormen.

Mijn broertje wil absoluut niet priaji worden en bij 't Binnenlandsch Bestuur komen, en als Mevrouw u wel eens 't een en ander van mijne brieven heeft medegedeeld, dan zal u wel weten, dat ik hier niet om treur, maar integendeel juist broertje toejuich om zijne voornemens en plannen.

Wat mij betreft, ik heb veel verdriet; want ik denk zonder ophouden aan u allen: ik treur, omdat ik u niet meer zie en zelfs niet weet, of ik nog ooit van mijn leven u zal wederzien. Mijn vader zegt dikwijls, dat hij nooit meer naar het land zal wederkeeren; want hier is overvloedig werk en een hoog dagloon. Mijne moeder heeft nog geenen winkel voor mij kunnen vinden.

Hij zal ons helpen, steunen, troosten en voorlichten. Wees gerust en treur niet, wij weten ons Godes. Hij kent ons, en zal ons richten liefdevol. Willen wij 't goede, dan zal Hij ons helpen; willen wij 't kwade, dan zullen wij onze straf niet ontgaan. Dat geloof draagt ons en geeft ons zoo'n rust en vrede. Wij streven er naar om werkelijk sterk te worden zóó dat wij onszelf helpen kunnen.

"Treur niet, o Goedroen, de slag is het leste kwaad, Vrees wijkt uit het Niblungen huis, terwijl deze morgen naakt, Leef rustig, geliefde vrouw, ongekweld nu en onverzaakt."

Hij schreef: "Ik gevoel met u, wat gij in den goeden ouden man verliest; ik treur met u, want hij was mij lief als een oprecht en onbaatzuchtig vriend.... Over eenige maanden hoop ik weer in Holland te zijn en u de hand te drukken."