United States or Moldova ? Vote for the TOP Country of the Week !


Even werd haar hart geroerd, toen zij vernam, hoe Lanceloet al zijne krachten had ingespannen om op het tournooi van Allerheiligen tegenwoordig te kunnen zijn, maar de booze stem der achterdocht fluisterde haar toe, dat hij zulks alleen gedaan had om opnieuw met het geschenk zijner nieuwe geliefde op den helm in het perk te kunnen treden.

Zij verhaalt van de noodlottige liefde, welke de jonkvrouw van Astolat voor onzen held had opgevat, toen deze op zijne reis naar het tournooi te Camelot, eenige dagen in haars vaders kasteel vertoefde. Het verhaal, zooals het hieronder is weergegeven, is ontleend aan Malory's "Morte D'Arthur", waar het deel uitmaakt van het achttiende boek.

Tegenwoordig zou geen boer u meer de legende van Huibert den Ever kunnen vertellen. »De negen tafereelen die nu volgen, veraanschouwelijken een aantal heuglijke episoden uit het gulden tijdperk van de Nijenhorst en hare bewoners. Hier ziet ge Huibert's achterkleinzoon, den schoonen Reinier, als overwinnaar in het tournooi den gouden eereketen ontvangen uit de handen van Maria van Bourgondië.

De huwelijksfeesten duurden veertien dagen, en de Cid had geen reden tot ontevredenheid over zijn schoonzoons, die zich zoowel in het tournooi als bij den dans als ware ridders gedroegen. De Infantes van Carrión hadden met hunne echtgenooten ongeveer twee jaar in Valencia gewoond, toen er iets ernstigs gebeurde.

Geef mij een voogd, die mijn rijk zal regeeren." Arthur zag haar aan, en zeide vriendelijk: "Zoo ware helpe mij God. Zoo Genovere dood ware, nam ik u tot vrouw. Ik ken geen ridder, die u betaamt. Hoor mij daarom aan, wat ik te raden heb. Ik zal boden zenden naar alle landen, en een tournooi uitroepen, waarin mijn ridderen zullen strijden tegen hen, die van buiten komen.

Een maand lang zal het tournooi duren, en wie hierin overwint, zal waardig zijn voor uw liefde." "Heer, ge bewijst mij vriendschap en groote eer. Wat gij wilt doen, is mij goed." De koning deed brieven zenden naar alle landen, om in het strijdperk te komen, doch Ferguut hoorde niets van het tournooi, tot hij in het woud een dwerg tegenkwam, die er henen reed.

Weer ziet hij de boomen bloeien, de frissche rozen opluiken, de roode rozen... hij ziet haar rooden mond. Altijd moet hij aan haar denken. Op een zondag is hij vroeg opgestaan; de zon schijnt in den tuin. Weer ziet hij de rozen; ééne is er, pas ontloken zóó was zij, toen hij haar zag ten tournooi te Karmeloot.

Zoo ging het tournooi vele dagen voort, en de meeste ridderen van de tafelronde werden achter elkander uit den zadel gestooten, Boört, Sagramort, Laquis, Mereagis, Erec, IJwein, Agravein, Gosengoot en Lanceloot, allen mannen van beroemden naam. Gawein vroeg den koning, of hij strijden mocht. Klagend was zijn stem. Al zijn vrienden waren overwonnen.

De eerste dezer paladijnen was de neef van den koning der Franken, Ronald van Angers. Geen naam, die in den slag of bij het tournooi meer uitblonk, dan de zijne. Hij werd door het zwakkere geslacht vereerd, door zijn vrienden bewonderd en door zijn vijanden geacht. Zijn ridderlijke geest verzette zich tegen het weelderige genotvolle leven.

Onder de toeschouwers bevond zich ook de ridder van Falkenstein met zijn zuster. Ook Guta had met groote belangstelling den vreemden ridder gedurende het tournooi gadegeslagen, en het speet haar zeer, den gemaskerde niet in het aangezicht te kunnen zien. Deze gelegenheid deed zich echter spoedig voor, toen de Brit als overwinnaar uit het strijdperk getreden was.