United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was een zielstorende verwarring harer zenuwen, die de verwarde snaren van een gesprongen en ontredderd speeltuig gelijk waren. Hij wilde zichzelven niet meer wetenschap toekennen, dan hij bezat, hij vermocht die snaren niet opnieuw te spannen en te stemmen, tot zij harmonieus zouden klinken.

Men neemt aan, dat de haas, evenals de vos, de schildpad, de kraanvogel en de tijger, een fabelachtig hoogen leeftijd bereikt, die zich tot niet minder dan duizend jaar uitstrekt.

In de geliefkoosde overtuiging dat Jacoba, ofschoon zij niet tot de sterksten behoort, "gezond van harte" is, werd de vader opnieuw en krachtig versterkt.

Met verwondering zag Goethe op tegen dien man, die van week tot week merkbaar vooruitging, die bij theevisite of terwijl hij zijn nagels besneed even groot was als aan de studeertafel.

Dit deed ons allen van onze bezigheid opzien, en het maakte vader erop indachtig, dat het bedtijd was. Hij legde de kaarten uit de hand. Dat deed Kreel ook. Maar deze gaf geen blijk van eenigerlei neiging tot vertrekken. Tevens boog mijn zuster Trijn zich dieper dan tot hiertoe over haar handwerk, en begon daaraan grooteren ijver te besteden dan zij er heel den avond nog aan ten koste gelegd had.

Als het lied uit was, ging de hobospeler rond met zijn pinnemuts, en kreeg van ieder wat. Toen speelden zij nog een kort lieken en trokken er met sleepende stappen van onder. "Ik gaan mee," riep Pallieter, "want dat is te schoen! Kom 'k zal elle de hoeve wijze," en hij ging mee met hen van hoeve tot hoeve, en zijn bewondering steeg voor die vuile zwervers en voor hun schoon muziek.

Ik zal je mijn ziel toonen. Je zal met je eigen oogen zien wat je denkt, dat alleen God kan zien. Hallward schrikte terug. Dat is godslastering, Dorian! riep hij. Je moet zoo niet spreken. Die woorden klinken afschuwelijk en ze beteekenen niets. Zoo, denk je dat? Hij lachte weêr. Ik weet het! En alles wat ik tot je gesproken heb, was tot je bestwil.

Gelukte het hem niet om, door bewijzen van vriendschap, de Kaziken aan zich te verbinden, dan wist hij door beleidvol wapengeweld hen tot onderwerping te dwingen, en dikwijls werden zelfs de Kaziken, die hij met geweld had moeten winnen, zijne warmste vereerders en trouwste bondgenooten. Eindelijk, eindelijk was hij bij »gindschen berg« aangekomen.

Zooals Gösta Berling daar nu staat, tusschen de natte elzestruiken op den moerassigen grond, is het alsof iemand handevol rozen over hem strooit. Tot aan de knieën staat hij in de rozen; zij schitteren voor zijn oogen, in 't donker; hij ademt begeerig hun geur in. "Is het gebeurd?" herhaalt zij. Hij moet haar antwoorden en een einde aan haar angst maken, hoewel hij er zoo gelukkig door is.

De groote namen, die men hoort, doen mij denken aan een eigenaardige bijzonderheid van den roemeenschen burgerlijken stand. Niet dat men de echtheid van hun hooge afkomst behoeft in twijfel te trekken; maar tot in den laatsten tijd bestond nog niet de erfelijkheid der familienamen.