United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Laat ons dus niet wanhopen aan de toekomst van deze ongelukkige landen, die nu wreed geteisterd werden, als maar de onderaardsche vuren lang in rust willen blijven en eindelijk eens voldaan zich willen toonen met de ellende, die zij reeds hebben aangericht onder weerlooze menschenkinderen.

Enkele van Londens kinderen staan op met een hooggestemd hart en gestaalde zenuwen, gereed om groote dingen te doen; anderen ontwaken met een zucht om dagen die voorbij zijn, en met donkere vooruitzichten in de toekomst. De jonge bruid met een hart vol liefde voor den man, wiens leven zij gaat deelen, wordt voor de laatste maal wakker in haar oud, vertrouwd ouderlijk huis.

Hij vergat insgelijks niet te juichen over de toekomst, die hem aanlachte, en beroemde zich, dat, indien Gods bescherming hem bijbleef, hij zijne ouders mettertijd rijk en gelukkig zou maken.

Hij is zeker niet ouder, jong en vol kracht als hij is. Is hij dezelfde, die eens de gierige dominé van Bro worden zal. Hij! die glimlachende jongeling? Soms suist het in zijn ooren. Zouden 't boden van een donkere toekomst zijn? Maar de ellende der armen, de vloek der bedrogenen, de schimpscheuten der verachting, de spotliederen, de hoon, dat alles bestaat nog niet voor hem.

"Misschien wel; maar je weet nooit, wat er in drie jaar gebeuren kan," zei Jo peinzend. "Dat is waar. Zou je niet wel eens in de toekomst willen zien, om te weten, waar we dan allemaal zullen zijn? Ik wel," zei Laurie.

Idealistisch is het gedicht door des dichters hooge opvatting van het leven en zijn hoop op een toekomst voor zijn land; realistisch is, tot op zekere hoogte althans, zijn pessimistische werkelijkheidsschildering, ofschoon ook deze niet in bijzonderheden afdaalt.

"Mènsch," redeneerde Pieter: "uitgezochter kùn je 't niet hebben. Boven op den stompen toren gebruiken we ons souper, rook 'k 'n sigaartje en dan peddelen we kalm terug. D'as je toekomst, 'r Zal nog heel wat profijt van torens getrokken worden".... "Nou Piet," zei mevrouw nog eens: "ik bleef liever in 't bewoonde."

Uit een vorig huwelijk had de Heer Henry Dashwood een zoon; van zijn tegenwoordige vrouw drie dochters. De zoon, een flinke, achtenswaardige jonge man, zag zijn toekomst ruim verzekerd door het fortuin van zijne moeder, dat aanzienlijk was geweest, en waarvan de helft bij zijn meerderjarig-wording aan hem verviel.

De dag ging met aangename gesprekken voorbij, met de kracht herleefde de hoop, de moed. Het verledene verdween voor de toekomst. Joe zou deze bekoorlijke verblijfplaats niet hebben willen verlaten; zij was het rijk zijner droomen, hij vond zich te huis; zijn meester moest hem de juiste plaats opgeven en met grooten ernst schreef hij in zijn zakboekje, 15° 43' lengte en32' breedte.

Hij scheen in zenuwachtig-opgewonden toestand te zijn. Ik had hem nog nooit zoo buitengewoon spraakzaam aangetroffen. Hij sprak over allerlei onderwerpen: over het tooneel, over oud porselein, over Stradivarius-violen, over het Buddhisme op Ceylon, en over de wapenen der toekomst; al deze onderwerpen behandelende, alsof hij van elk een bijzondere studie had gemaakt.