United States or Namibia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op den 13en September 1914, dus kort na de overwinning der Franschen aan de Marne, heeft Kardinaal Amette, in eigen persoon en in vol ornaat, de menigte toegesproken, die zich verdrong zoowel in de Notre Dame te Parijs, als op het groote plein voor de kathedraal.

"En heeft freule Steinmetz waarlijk moeite gedaan om mijnheer Steenstra te weren?" vroeg de dame, die daareven als mevrouw Spaan toegesproken was. "Ik zou haar tot zoo iets niet in staat geacht hebben."

"Zult ge mij nu nog zeggen dat gij het lint niet gestolen hebt?" Topsy bekende zich nu schuldig aan de handschoenen maar wilde nog niets van het lint weten. "Als gij nu maar alles bekent, Topsy," zeide Ophelia, "dan zult gij voor dezen keer geen slaag krijgen." Aldus toegesproken, beleed Topsy het stelen van het lint en de handschoenen, met jammerende betuigingen van boetvaardig berouw.

Die schepseltjes zijn zoo kwaad niet, Marius. Zoo ge haar blijft ontvluchten en steeds voor haar bloost, zult ge een wild dier worden. Een andermaal ontmoette Courfeyrac hem en zeide: goeden dag, mijnheer de abt! Wanneer Courfeyrac hem derwijze had toegesproken, vermeed Marius acht dagen lang meer dan ooit zoowel de oude als jonge vrouwen, en Courfeyrac op den koop toe.

Wat ’n wonder!” riep oom Harmsen, die zijn glas Champagne noch vol, noch ledig liet staan, „’t wurm sliep als een marmot; jammer genoeg, want je hebt ’m hartelijk toegesproken, dominee.” En toen de predikant min of meer zuurzoet, maar toch statig glimlachend antwoordde: „Gezegend zij die slapen kunnen als de kinderkens.” voegde de joviale zeeman er bij: „Ja, tusschenbeide is zoo’n tukkie in de kerk niet onlekker.

"Houd op edele graaf," viel Adelgonde den vurigen jongeling schielijk in de rede, die, zich zelven in zijne vervoering geheel vergetende, haar bij de fraaie hand had willen vatten: "Matig uwe opgewondenheid," ging zij weder blozende voort: "gij kent mij niet; slechts weinige oogenblikken hebt gij u in mijne nabijheid bevonden; slechts weinige woorden nog heb ik u toegesproken, en reeds spreekt gij van mijne deugden, van...."

Willende dan de moed en de losse vreugd onder hen weder opwekken, vatte hij de kruik, en de hanapsen beurtelings vullende, sprak hij: "Wat duivel, mannen, waarom zwijgt gij nu? Daar, neemt en drinkt dat de wijn u de spraak teruggeve. Het spijt mij dat ik u dus toegesproken heb. Ken ik u niet? Weet ik niet dat het Macecliersbloed u door de aderen stroomt?

Wilt ge soms zelf den boozen weg opgaan dat ge zulk een vrouw verdedigt?" "Maar Henrik!".... Zij klaagde als een kind, en strekte de armen uit, als om de harde woorden af te weren. Zóo was zij misschien nooit te voren toegesproken. Zij was zoo hulpeloos onder die harde mannen, en nu keerde zich haar eenige verdediger tegen haar. Nooit meer zou haar hart de kracht hebben de wereld licht te maken.

Eens kwam hij op dek en gaf mij inderdaad het volgende, zeer duidelijke bevel: »Mijnheer »hoe heet gij ook", wees zoo goed om de »dinges" te »hoe noemt gij dat"." »Ja, ja, mylord!" antwoordde ik, »achtergasten de loef, grooten bras beter stijfzetten!" Dit had hij juist bedoeld. Hij was er zeer op gesteld en zag er nauwlettend op toe om behoorlijk toegesproken te worden.

Nadat Arthur zijne ridders aldus had toegesproken, verbond hij hen door eeden van trouw en gehoorzaamheid om mede te werken tot verwezenlijking van zijne idealen. Plechtig klonk het "ja! dat zweren wij" uit hunne monden en een glans van voldoening gleed over 's konings gelaat. Daarna trad de bisschop van Canterbury naar voren en zegende de zetels der Tafel Ronde.