United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo was het tot 's middags, toen mijnheer Tjilp kwam eten en zijn kalm en tevreden gelaat zich vertoonde. Toen kwam er afleiding en de bui dreef langzaam over; ik geloof, dat eene fijne ham er 's middags het hare toe bijbracht en dat de opvoering daarvan door mevrouw v. N. behendig berekend was. De goede luim was geheel hersteld, toen de ham op de tafel kwam.

Nu zullen misschien menschen, die mijnheer Tjilp en dokter Vijzel niet eens kennen, zeggen, dat dit niets bewijst; of menschen, die mijnheer Tjilp en dokter Vijzel wel kennen, beweren, dat het van den eerste goedaardige beleefdheid en van den ander een grillig idee was want dokter Vijzel zat vol grillige ideeën.

Het duurde eene poos, totdat al de gemoedsbewegingen bedaard waren; doch toen zijne goede vrouw en ik onzen lach onmogelijk langer bedwingen konden, toen mijnheer Tjilp zeide, dat mijn vader die schoonmaaksters veeleer dank verschuldigd was, omdat zij de lang verloren papieren gevonden hadden, toen de onschuldige ham, van haar net geknipt papieren handvat beroofd, werd weggedragen, toen won het toch de comische zijde van de zaak, toen vloeiden mijnheer Van N.'s rimpels weg en plooide ook zijn humoristische mond zich onwillekeurig, en wij lachten hartelijk om het gebeurde.

Hij kon soms verwonderlijk mooi spelen, mijnheer Tjilp, zoo verwonderlijk mooi, dat de meeste menschen het leelijk zouden gevonden hebben; maar zóó, dat, ik wil er om wedden, Mozart en Weber geen watten in hunne ooren zouden verlangd hebben als zij hem gehoord hadden; Zóó verwonderlijk, dat het soms net was alsof men een veel beter mensch was, soms alsof men haast lust zou hebben gehad een traan te laten glippen.

Het was bij deze gelegenheid, dat mijnheer Tjilp en dokter Vijzel zeiden, dat er veel in mij zat, en dat mijn vader, voorspellende, dat ik aanleg had voor geleerdheid, mij het boek toeschoof, en, de kap der lamp wat doende zakken, omdat er iets prikkelde in zijn oog, mij kuste.

Mijnheer Tjilp zeide nogmaals, geloof ik, dat het zoo woei. Mijne moeder werkte met neergeslagen oogen. Bella was treurig, omdat zij een vriend en makker verloor. En ik?...

En ik ben ook verplicht, de lezers dezer bladen hieromtrent dadelijk gerust te stellen, want waarom zouden zij zich bezighouden met iemand, van wien zij vooruit wisten, dat hij niet merkwaardig is? Mijnheer Tjilp en dokter Vijzel hebben ook altijd gezegd, dat er veel in mij zat.

Dikwijls liet ik viool en fluit rusten, en speelde mijnheer Tjilp alleen en luisterde ik, en anders, vooral toen ik ouder werd, besteedden wij onzen tijd met praten. Mijnheer Tjilp was sedert jaren een huisvriend. Bij eene bijzondere gelegenheid hadden mijnheer Van N. en hij in elkanders hart gekeken en elkander leeren waardeeren. Mijnheer Tjilp was een onbekend, eenvoudig man.

Nu en dan speelde hij voor ons in den tuin, als het een warme zomeravond was, en als dan de duisternis viel, en de lucht om ons heen in eene zee van harmonie herschapen was en gelijk een zoete adem ons oor en onze ziel streelde, en de sterren opkwamen, en er telkens eene nieuwe begon te flonkeren, dan was het alsof die sterren aankwamen om te luisteren en alles scheen mij een wonderlijk betooverde wereld en mijnheer Tjilp, die zooveel schoons en liefelijks kon scheppen, een groot man.

Mijnheer Tjilp, zei ik, eindelijk aan het woord komende, en hem met een knipoog wenkende: gij weet immers, dat men de waar koopt naar het uithangbord; als het uithangbord nederig is, gelooft men, dat de waar niet deugt: er moeten trompetten en vlaggen bij, men moet uitroepen met prijzenswaardige oprechtheid: ik ben de man, die het land zal redden! ik ben een groot dichter! ik ben een uitstekend humorist! ik ben verbazend geleerd! ik ben een hoogst merkwaardig man!