United States or Namibia ? Vote for the TOP Country of the Week !


En.... luister... of en wanneer zoo iets ooit gezien is, weet ik niet: maar gij zult een professor in de rechtswetenschappen, een afgevaardigde bij de Storthing op de bruiloft zien dansen als den best uit de kluiten geschoten lummel van geheel Telemarken!" Allen, die deze betuiging hoorden, klapten in de handen van de pret. Maar, hoe had professor Sylvius Hog het wedervaren van Ole Kamp vernomen?

Ik zal waarlijk mijn ontslag als afgevaardigde van de Storthing moeten nemen; want ik zal geen tijd meer vinden om zitting te nemen." »Ja, dat zal moeten gebeuren," zei Joël, hartelijk lachende. »Ik zie er anders geen gat in." »Ja wel, spot er maar mede.

G. Hagerup Bull, President van het hooge Gerechtshof, lid van het Parlement en President van de conservatieve partij in de Storthing, schrijft: "Vrouwenkiesrecht, dat hier met den steun van alle politieke partijen werd ingevoerd, heeft nog niet lang genoeg bestaan om de direkte gevolgen duidelijk aan het licht te brengen.

»Mijnheer Hog," zei de heer Benett lachende, »op die vraag is onmogelijk een afdoend antwoord te geven, dunkt me; want de Storthing heeft daarop nog geen wet gemaakt!... Dat is ongetwijfeld eene leemte...."

In 1901, toen een voorstel door tien leden van de Storthing ingediend, om het gemeentekiesrecht voor mannen algemeen te maken, in behandeling kwam, zond de vrouwenkiesrechtvereeniging een verzoek in om dit recht tegelijkertijd aan de vrouwen te verleenen. 25 Mei 1901 werd dit verzoek ingewilligd, doch het gemeentelijk kiesrecht voor de vrouw werd alleen verleend aan belastingbetalende en met een belastingbetalend man gehuwde vrouwen, terwijl voor de mannen een algemeen kiesrecht gold.

Daardoor dan ook heeft hij zijn zelfbestuur behouden, wat zeer te waardeeren is. De Noorweegsche Storthing heeft met het Zweedsche parlement niets gemeen. Daaruit zal men lichtelijk begrijpen, dat een der invloedrijkste en meest vaderlandlievende volksvertegenwoordigers met geen welwillend oog gezien werd aan de andere zijde van de denkbeeldige grens, die Zweden van Noorwegen scheidt.

Hij was dan ook afkeerig van hooge posten, die door anderen zoo nagejaagd worden. Het was hem voldoende afgevaardigde te zijn. In de Storthing meende hij zijn vaderland nuttig te kunnen zijn, meer verlangde hij niet.

Misschien zal een nieuwsgierige lezer vragen of onder al die vrienden, al die genoodigden, ook de Heeren Gebroeders Help van Bergen en anderen overgekomen waren, om getuigen van het geluk der jonggehuwden te zijn, of om Sylvius Hog, professor in de rechtswetenschappen en afgevaardigde bij de Storthing, te zien dansen? Een moeielijk te beantwoorden vraag!

Bij voorbeeld, toen de Storthing in 1854 de quaestie behandelde, om voortaan geen onderkoning meer, zelfs geen gouverneur aan het hoofd des lands toe te laten, was hij een der eerste, die de debatten daarover opende, die met kracht en onbezweken standvastigheid volhield en wel zoo dat hij dat beginsel, wat toch zooveel kwaad bloed in Stockholm en in geheel Zweden zette, deed zegevieren.

Welnu.... het staat te bezien.... Men kan nooit weten.... Het zou kunnen.... Neen, gij moet het bewaren!" En als Sylvius Hog, professor in de rechtswetenschappen, afgevaardigde van de Storthing, zoo dacht, is het dan te verwonderen, dat het gros van het publiek zoo dwaas was? Neen, niet waar?