United States or Nigeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de figuren 8 en 9, verbeeldt O den stoomcilinder met ingevallen zuiger; door het deksel van denzelven, moet men de zuigerstang in eene pakkingbos vrijelijk beweegbaar denken, zonder doorlating van stoom of lucht; aan den cilinder is eene kast verbonden, die overlangs door een middenschot is verdeeld; bij S is eene opening, waardoor de stoom toevloeit, die door de vroeger beschrevene smoorklep is gelaten; het naast aan den cilinder gelegen halfdeel van deze kast, ontvangt alzoo het eerst den, door de opening S toevloeijenden, stoom.

Door ondervinding en in verband met den aard van het werk, dat de machine verrigten moet, regelt men den stand der smoorklep, dat is: de stoom toevloeijing door de stoomleibuis naar den stoomcilinder voor eene doelmatige snelheid van beweging.

Het is klaar, dat de stoomcilinder van een werktuig boven deszelfs zuiger, zooveel stoom zal kunnen bevatten als de ruimte bedraagt, die tusschen den zuiger bij laagsten stand en het cilinderdeksel bestaat, of onder den zuiger bij hoogsten stand, even zooveel als de ruimte tusschen den zuiger en den cilinderbodem uitmaakt, zijnde de ruimte boven en onder den zuiger nagenoeg aan elkander gelijk, dewijl alleen de zuigerstang aan eene zuigerzijde daarvan een klein gedeelte inneemt; de uitgebreidheid van zoodanige cilindervormige ruimte voor den ontvang van stoom, valt gemakkelijk te berekenen, want men behoeft slechts het oppervlak des zuigers te vermenigvuldigen met de lengte van deszelfs slag.

Voor eenen stoomcilinder die 57 Ned. duimen tot Middellijn heeft, en waarin de zuiger gedurende eene minuut 26 malen daalt, en even zoo veel malen rijst met eene slaglengte van 1.14 Ned. el, waarbij de stoomtoevloeijing op drie vierde gedeelte van den zuigerslag wordt afgesloten, zal men volgens § 56 in een uur tijds 702 kubieke ellen stoom behoeven; zoo nu die stoom de gewoon gebruikelijke, die van lagen druk is, die een vierde dampkring of 25.7 Ned. looden boven den gemiddelden dampskringsdruk gespannen is, dan vindt men met behulp dezer tafel, dat eene kubieke el aldus gespannen stoom, nagenoeg 72-1/4 Ned. looden water bevat, bijgevolg houden 702 kubieke ellen van dezen stoom van lagen druk 507 Ned. ponden water in, en wegen dus zoo zwaar.

Het boogstuk b des hefbalks is ook met eenen daaraan bevestigden ketting d voorzien, welks ondereinde vastgemaakt is, aan eene zuigerstang ee van eene pomp in den put of de wel f geplaatst, waarmede het water uit de diepte kan worden opgebragt bij r; gg is het tegenwigt met de zuigerstang ee verbonden en dat met het nederdrukken des waterpompzuigers, tevens den zuiger w in den stoomcilinder ophoudt.

Men kan den uit den stoomcilinder in den condensor vloeijenden stoom ook nog verdikken of in water doen overgaan, door denzelven in aanraking te brengen met verkoelde oppervlakten; maar daar die oppervlakten weder door koud water koel gehouden moeten worden, zoo heeft men daarvoor meer water noodig, dan door dadelijke aanraking van het koude water met den stoom zelven, en wanneer het daarvoor dienende water van eene afgelegene plaats moet getrokken worden, dan gaat hier weder een gedeelte nuttig vermogen te meer aan verloren; maar dusdanige wijze van condenseren levert te dien aanzien minder bezwaar op bij stoomvaartuigen, dewijl de koelende vloeistof daar rondom aanwezig is, en weinig vermogen ter aan- en afvoer behoeft te kosten; de stoom op die wijze condenserende, geschiedt met oogmerk, om het daarvan herkomstige water afgescheiden te houden, ten einde alleen daarmede den ketel te voeden.

In stoomwerktuigen van lagen druk van dubbele werking, dat zijn de zoodanigen, waarin de stoom boven en onder den zuiger drukt, en welke wij hoofdzakelijk tot onderwerp hebben gekozen, bedraagt de hoeveelheid injectiewater, wanneer dit de temperatuur van 62 graden bezit, gemiddeld, 29 malen het gewigt ketelvoeding water, zoodat dit, naar dien grondslag, evenredig is aan de hoeveelheid stoom, welke in den cilinder vloeit; zoo is in ons voorbeeld van § 75, betrekkelijk stoom van lagen druk, met eenen stoomcilinder welke 57 Ned. duim tot middellijn heeft, en eenen zuigerslag van 1.14 Ned. el, die 26 dubbele zuigerslagen per minuut volbrengt, alsmede met afsluiting van stoomtoevloeijng op drie vierde gedeelte van den zuigerslag, de vereischte hoeveelheid voeding water per uur 539 Ned. ponden, bij gevolg het noodige injectiewater gemiddeld 539 maal 29 of 15631 Ned. ponden; daar nu zoodanige maten, blijkens § 49. passen voor een stoomwerktuig van lagendruk van 17-7/10 nominale paardenkrachten, zoo volgt, dat hier per nominale paardenkracht, gemiddeld eene hoeveelheid van 883 Ned. ponden injectiewater in een uur tijds noodig is; is het water kouder dan wordt er minder vereischt.

Voor eenen stoomcilinder, waarin een zuiger van 57 Ned. duimen middellijn met 114 Ned. duimen slaglengte werkt, en welke zuiger 26 dubbele slagen in eene minuut volbrengt, zal volgens § 56 in een uur tijds 936 kubieke ellen stoom ter geheele vulling noodig zijn; nu hebben wij in § 63 gezien, dat wanneer die cilinder tot drie vierde van den zuigerslag met stoom op 129 Ned. looden, dat is: 25.7 Ned. looden, boven den gemidd. dampkringsdruk gespannen, gevuld is, deze door ontspanning eenen gemiddelden druk tegen den zuiger zal uitoefenen van 115.9 Ned. looden; en volgens § 65 dat de zuiger dien zelfden gemiddelden druk zal ondergaan, wanneer men den cilinder slechts tot een vierde deel van den zuigerslag met hooger gespannen stoom voorziet, en wel op 99.8 Ned. looden boven den gemidd. dampkringsdruk; men heeft dan voor het eerste geval 702 kubieke ellen stoom van lagen druk per uur noodig, en voor het tweede geval slechts 234 kubieke ellen hooger gespannen stoom of stoom van zoogenaamden middelbaren druk, terwijl in beide gevallen de zuiger gelijken gemiddelden druk ondergaat.

Met ons voorbeeld uit § 47 zoude dus het stoomwerktuig van lagen druk met eenen stoomcilinder van die gegevene grootte, en gemelde stoom-ontspanmaat, in plaats van 936 slechts 702 kubieke Ned. ellen stoom per uur behoeven.