United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gesteld, dat dit zoo is, maar waar is dan het einde, en wat ligt aan de andere zijde? Is de aarde een bol? Als zij dat is, hoe groot is die bol dan? Liggen er in dien onmetelijken oceaan andere landen? Zou het voor een onverschrokken avonturier mogelijk zijn dien bol om te varen? In 1477 stak Columbus in zee, om het westen te vinden langs den ouden, noordelijken weg, die langs IJsland liep.

Even als in 1672, stak het volk de handen uit naar den nu, even als toen, door de staatsleden zoo lang verdrukten en miskenden Prins van Oranje.

Romero deed een nieuwe vlag hijschen, enterde aan de andere zijde van het schip van Boisot, die eindelijk, toen hij een zestigtal vijanden had te bestrijden op zijn schip, de lont in 't kruit stak, om zich niet over te geven.

Vondel stelde onder de afbeelding van dezen waardigen man de volgende regels: Een vrome, oprechte ziel, en vrij van vuile smetten, Stak in dees waarden man, den kenner van 's lands wetten; Een kerker was de loon van zijn getrouwigheid. Gods zegen dauwe op 't graf, daar hij begraven leit.

In de centrale gedeelten gekomen, stak een hevige storm op, zoodat de mannen met moeite op hunne muildieren konden blijven, terwijl de steenen over den grond vlogen. De lucht was onbewolkt, en er viel geen vlokje sneeuw; maar de temperatuur was laag.

Helaas, te twee uren stak er weder zulk een hevige wind op, dat de kampioenen, vooral de roeiers, onmogelijk den kamp konden wagen of voleinden en zoo snel mogelijk de haven trachtten te bereiken. Twee zeilschepen verloren hun masten; vele kleine vaartuigen kregen averij, en één hunner werd zelfs door een hevigen windstoot omvergeworpen.

Zij, vol angst en benauwdheid, stak hare twee handen vooruit, alsof zij deze akelige verschijning van zich wilde weren; maar de dokter ontsloot zijne vuist, sloeg zijne hand aan haren pols, neep dien te pletten en sprak met eene ijselijke stem: «Uw vader gaat sterven, misdadig kind! Gij hebt hem vermoord

Hij ging naar die van meneer Asper, dien hij juist gereed vond en na de rekening betaald te hebben want Asper had ongelukkig zijn beurs vergeten begaven ze zich naar de vestingpoort, waar ze reeds een aantal officieren wachtende vonden, genoeg om de eerste sloep te bezetten, die dan ook spoedig van wal stak.

Zij stak de hand uit om het geld aan te nemen, maar trok die terstond weer terug, zeggende: Maar dat mag ik niet aannemen. Waarom niet? Omdat ik misschien geen dokter of apotheker zal noodig hebben en dan mag ik dat geld ook niet aannemen. Wel, neem het dan, als een present, van mij aan. Zij zette een allerliefst bedremmeld gezicht en vroeg verlegen: Waarvoor dan?