United States or Israel ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij het punt, waarop het verhaal begint, zien wij drie hoofdpersonen: een Egyptisch officier, Thoutii genaamd, den vorst van een stad in Syrië en zijn stalmeester. De toegepaste list vertoont eenige gelijkenis met die, welke wij in de geschiedenis van den rooverhoofdman in de Duizend en een Nacht verhalen vinden.

Ik ben er aangekomen in den avond, dus heb ik den eersten aanblik van een mooie stad in 't volle daglicht gemist.

Overal braken branden uit, een twaalftal tegelijk, maar in den loop van drie uren gelukte het deze tot kleine afmetingen te beperken en te blusschen. Slechts op ééne plaats, op de grens van het onheil, zag ik in Juni nog een gebouw waarvan de gevel door de vlammen geblakerd was. Het steenen gedeelte der stad is omstreeks 3000 voet lang en 600 voet breed.

A. Telting, Secretaris der stad Franeker. »Buiten de stad Aurick in Oost-Friesland is een eerwaardige plek, rijk in herinneringen aan de vrijheidsmin en volkstrouw onzer Friesche Vaderen.

Moesten wij, lager, een zijtak van den Sperchius oversteken, dan zetten dikwijls de beide knapen, die mij brachten naar stad of dorp, zich nog voor en achter den stapel hout en als op den heirweg ik niet snel genoeg draafde met mijn onduldbaren last, bonden zij brandnetel en doorngewas mij tusschen de achterpooten, zoodat ik gemarteld maar draafde, draafde, in de hoop om mijn ijver verlost te worden van het marteltuig.

"Ik springlêvend zoo a'j zien kunt!" is het antwoord: "'En mins roept krek zoolang Poasch tot ie kumt, en doar bin 'k nou in Den Hoag, en wil dan alêvel de schoai bij ou is weerum komme hoalen.... En wel de complimenten van de vrouw! Jong, wa'n ding van 'en stad is dien Hoag!"

Mijn kameraad nam de helft van dat geld, liet mij de rest en zei: "Vriend Scipio, met de vijftien pistolen, die je overblijven, raad ik je zoo spoedig mogelijk de stad te verlaten, want je begrijpt wel, dat men je, op last van den aartsbisschop, overal zal zoeken. Ik zou wanhopig zijn, wanneer je na een daad, waardoor je je zoo onderscheiden hebt, gevangen werd genomen."

Zeer velen uit deze stad en het omliggende land, van Viterbo, Sièna, Vetralla enz. scheepten zich met 40 vanen met de Friezen in. De bevelhebber van Corneto liet bij den aftogt het volk eenen kring maken, plaatste zich in het midden, en hield eene aanspraak, waarin hij de dapperheid der Friezen roemde, en hun zijne mede vertrekkende landslieden hartelijk aanbeval.

Zooals de tegenstelling van zomer en winter sterker was dan in ons leven, zoo was het die van licht en duister, van stilte en gedruisch. De moderne stad kent nauwelijks meer het zuivere donker en de zuivere stilte, het effekt van een enkel lichtje of een enkelen verren roep.

"Zoudt ge mij mijn mes willen ontnemen?" riep de Fries, het heft met kracht omvattende. "Rebellie tegen art. 15 van het Privilege," kraaide het kleine mannetje, tevens met een ontsteld gelaat achteruitwippende: "al wie het mes trekt binnen de stad Haarlem ofte derzelver...." "Ik weet van geen Privilege," riep de Fries, zijn mes half uittrekkende: "hier is mijn Privilege." "In den stok met hem!