United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij viel weldra daarna in een gerusten slaap. Een zeeman, die nog al wat te vertellen heeft. Wij laten den Prins slapen en willen ons den volgenden dag eens naar 's-Gravenhage begeven, waar wij in de Spuistraat den pruikenmakerswinkel van Pieter Dirksz binnentreden.

Hij waagde zijn leven, om een drenkeling te redden." "Hoe is zijn naam?" "Pieter Pietersz, een zoon van den pruikenmaker Pieter Dirksz in de Spuistraat." "Wij zullen zien," antwoordde De Witt, terwijl hij den naam van den aanbevolene in het zakboekje schreef, dat hij altijd bij zich had, en waarin ook de nauwkeurige berekeningen stonden van de vermoedelijke uitgaven en inkomsten van den Staat.

"Drie tegen een, en dan zoo verraderlijk; daar is niemand tegen bestand. Laat hen een voor een komen, dan sta ik ze." En dit zeggende, balde hij de vuisten. "Wie ben je, knaap, dat je zooveel moed in het lijf hebt?" vraagde de onbekende. "Ik heet Pieter Pietersz en mijn vader is pruikenmaker in de Spuistraat."

Zoo trok de stoet de Spuistraat, Vlamingstraat en Schoolstraat door, tot aan de Groote kerk, waar de kist van Pieter Dirksz in een graf, dat in het daarom gelegen kerkhof gedolven was, werd nedergelaten, en de stoet naar huis terugkeerde. Hier hadden Marie en Martha intusschen gezorgd voor het noodige.

Baas Gerritsz nam hem dus alleen op, terwijl Evert het gekwetste deel ondersteunde, en zoo brachten zij Pieter in huis, waar vrouw Gerritsz naar den voet keek, die ontzaglijk gezwollen en vreeslijk pijnlijk was; terwijl Evert naar de Spuistraat ging en zijne familie uit de ongerustheid over het lot van den knaap verloste.

Die vreemde, met rossen gloed doorschoten, somberheid van het vertrek deed hem aangenaam de alledaagschheid van zijn in de Spuistraat gehuurde kamers vergeten, waar een enkel kostbaar voorwerp van hemzelven vloekend afstak tegen de versleten burgerlijkheid van het ameublement. En hij mijmerde een pooze in die dantesque schemering.... Hij gevoelde zich in de laatste dagen zeer uitgeput.

En ik ben natuurlijk an finance rijker, maar an kleedingstukke ben 'k smerig verminderd. "'k Gaan daar 't hôtel uit, ongehinderd en wel, en volg de Spuistraat: zonder broek... Ja, 't is wat! Maar die lange ulster hing mijn op me enkels en daar kwamme me kaplaarze uit.

Brood, vleesch, kaas, worst, bier, brandewijn, alles stond in overvloed voor het "begrafenismaal" gereed. Men zou gemeend hebben, als men dien opgetorenden schotel met brood zag, dat deze mannen van verre plaatsen gekomen waren en nog heel wat te reizen hadden, of dat die wandeling van de Spuistraat naar de Groote kerk hun hongerige magen bezorgd had.

Het was op denzelfden Maandag, 5 Januari 1661, den sterfdag van Prinses Maria van Engeland, dat Pieter Dirksz tegen acht uren in den morgen met zijn zoon Pieter den pruikenmakerswinkel uittrad, links omsloeg, de Spuistraat doorwandelde tot aan de Kapelsbrug, en toen, langs het Spui, de Nieuwe Kerk voorbij, naar de Bierkade ging, op welke gracht zij stil hielden voor het huis, waar wij tien jaren vroeger den vroolijken trompetter der Oranjegarde, den ons bekenden Jan Claeszen ontmoetten : het huis van den timmermansbaas Balkenende.

Zeer merkwaardig is dit, daar nu toch de bordeelhouders door het verbod veel meer op hun hoede zijn. Een meisje uit Frankfort a/M., dat enkele maanden geleden naar Amsterdam gelokt was, doch aanstonds bij haar aankomst in een huis aan de Spuistraat achterdocht kreeg en het geluk had nog te kunnen ontvluchten, voordat haar koffers aangekomen waren.