United States or Cayman Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


En toen zij, wat soezerig van bedremmeldheid, nog aarzelde om te gaan, kwam even later de jongen met de bril zijn bolbleeke gezicht om de kamerdeur steken. "Moe roept," zei hij alleen, met een kwajongensachtige bazigheid. Schielijk zette Sprotje haar pakje goed op de keukenstoel. Toen stond zij in de kamer.

Sprotje wou iets zeggen; toen begon ze opeens hartstochtelijk te huilen; zij wist niet, waarom zij haar moeder, die haar toch verdedigde, zoo brandend haatte in die oogenblikken. Coba stond schril op; het schreien stond ook haar nader dan het lachen en zij zag vuurrood "'k Zal 't moe zeggen," bracht ze uit, en zonder groeten ging ze heen.

Maar Sprotje verdroeg in de vroegte den ranzigen vetsmaak niet en werd tweemaal onwel. Toen probeerde juffrouw Jonkers het nog eens met een sneedje roggebrood met stroopvet, en toen dat ook niet hielp, bleef het erbij.

Zij wist wel, dat Sprotje niet genoeg dekking had, maar zij wist ook, dat zij alles wat daarvoor in aanmerking kwam al bij Christientje en Coba op bed had moeten geven, en dat er van iets nieuws koopen dat winter geen sprake kon zijn.

"O!.... dat.... nee.... mot je niet denken," zei die wegwerpend; "had ik ommers geen andere meid genomen...." "En waar dien jij nou?" vroeg hij dan, om op een ander onderwerp te geraken. "Ikke....?" zei Sprotje, gevleid over de belangstelling, "op de Waterveldsche Weg." "Daar diende dat andere meissie van mijn ook," kwam de jongen, met een naïeve verwondering.

En in het midden van Mei, op een avond onder het boterham-eten, juist als de eerste maal, zei Sprotje plotseling, maar bits nu, en met een vijandigen blik de tafel rond, dat ze "een dienst had," en trotsch er nog achteraan: "bij 'n Mevrouw." Ze zei niet in hoeveel diensten wel, die laatste weken, zij zich tevergeefs had aangemeld.

"Ja...." zei het kind, "de juffrouw vroeg, of u van avond niet eris even an zou kunne komme." Toen knikte de vrouw van voldaan te zijn, en Ant zei: "'t Hei je kranig gedaan, Merie!" "Sprotje, me dotje!" relde Sien; maar de moeder en Ant vonden, dat er nou volstrekt niet geplaagd behoefde te worden, en ze vroegen nog honderd dingen; er kwam geen eind aan.

Met een booswillig hart had Sprotje thuis het bescheid van haar moeder gehoord: natuurlijk gunden ze haar het plezier van dat mutsje weer niet.... maar met een nog booswilliger hart bracht zij woordelijk het bescheid bij haar Mevrouw over; zij begreep, dat tegenover Mevrouw haar moeder gelijk had.

Ze was wel heel moe, ze kon het al leelijk voelen, dat ze weer twee weken gediend had en ze was wel wat bang ook, dat domeni haar zoo meteen opmerken zou, want ze kende haar vragen niet...... maar het meisje naast haar vertelde, dat domeni ook zes weken ziek was geweest en dat ze verleden week voor het eerst weer niet naar huis werden gestuurd.... er waren toen maar vier meisjes geweest..... Later in het uur zat Sprotje zoo maar stil te soezen; 't was zoo vertrouwd en zoo prettig daar weer te wezen, en vooral ook had zij de verkneukelende voldoening, dat zij hier nu lekker rustte, en dat haar Mevrouw zelf de deur kon opentrekken en naar den pot moest kijken.

"Veertien".... zei Sprotje beschaamd. De moeder vroeg nog over het hoesten, maar de dokter knikte van nee, onderzoeken was niet noodig. Dan schreef hij twee receptjes, een voor pillen, een voor een drank; hij keek ook in zijn groote boek, maar alle plaatsen voor melk waren bezet.