United States or Colombia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De oude Vlamingen, in de middeleeuen, schynen ook groote liefhebbers van zuivelspyzen geweest te zijn; althans de vlaamsche boeren, de zoogenoemde »vlaamsche kerelen", die oorspronkelik Friesen en Saksen waren. Immers luidt het referein van een middeleeusch vlaamsch volkslied, een spotlied op die »keerlen": »Wronghele ende wey, Broot ende caes, Dat heit hi al den dach!"

Na Rusland kwam Holland aan de beurt. Ook hier te lande werd met de gewoonlijke reserve en nuchterheid gebroken en ontstond er een ware "rage" #Duncan# te zien dansen, hetgeen in een spotlied van den Hollandschen zanger #Speenhoff# vereeuwigd is. Ik vond daarom het oogenblik gunstig een serie voorstellingen te Londen te geven, waar miss #Duncan# eerst weinig lust in scheen te hebben.

Het hondje zal je bijten, Het katje zal je krappen, Dat komt van al je klappen. Menig spotlied biedt ons ook de waardevolle verzameling van Jan Bols: Honderd Oude Vlaamsche Liederen, bl. 155 214; zoo b.v. De Scheresliep; De Luiaard; Van Slordig Kaatje; De Kwade Man: "Man en gij moet naar huis toe gaan: Uw vrouw die is ziek!" "Is zij ziek, dan is zij ziek! En daarmee ben ik uit het verdriet!

Het spotlied is echter somtijds ook, zooals wij boven zagen, de direkte parodie van het minnelied. Teekenend lijkt mij de verzuchting: Ik wou wel om een gulden, Dat mijn haartje krulde. Zie Boekenoogen, Onze Rijmen 69. Nu nog een paar andere spotliedjes, die ik bij Van Ginneken, Handboek der Nederl. Taal I, bl. 359, 419 vind.

De enkele naam van deze vrouw klinkt mij als een spotlied in mijn moeilijk verkregen rust. Ik wil dien niet meer hooren." Dat alles had zoo lief en innemend geklonken, dat Charmion's geraaktheid was versmolten als sneeuw voor de zon.

Van al de jongens op straat was er geen erger op verzot, het spotlied te zingen, dan juist diegene, die er mee begonnen was, en dat was nog maar een heel kleine jongen; hij was zeker niet ouder dan zes jaar.

Zoo b.v. in Het meisje van Sardam: Het meisje van Sardam Met hare bruine oogen Heeft menig jongen kwant Tot wedermin bewogen. Zij is geen stuursche maagd Gelijk zoo vele binnen, Hij die haar blosjes kent Moet haar op 't meest beminnen. Dit type vormt een schakel tusschen het minnelied en het spotlied, waaraan nauw verwant het gezelschapslied.

"Er moet eene geheime reden tot den eensklaps aangegroeiden overmoed der leenheeren bestaan. Kondet gij het hooren, vrienden, hoe onbeschaamd de Isegrims hunnen haat tegen de Kerels lucht geven! Zij zingen zelfs, met de hanaps in de hand, een spotlied tegen ons. Het is zeer lang en vol hoon.

Naar huis en ga ik niet!" enz. Het is vooral de toon van scherts en van jolijt, die het spotlied met het gezelschapslied verbindt. Naai- of kleermakerswinkel, spinnerij, potvertering, dáar voelt het gezelschapslied zich thuis, al is het maar onder een vorm als: "Wie in Januari geboren is". Een leuk potverteerdersliedje geeft de Groningsche Volksalman. 1897, bl. 92 vlg.

Dorschlied. Andere arbeidsliederen. Bruiloftslied. Danslied. Kinderlied. Bij het touwtjespringen. Rondedansen. Reuzenlied. Klein Anna. Reidansen. Andere speelliedjes. Loopspelliedjes. Aftelliedjes. Balspelliedjes. Schommelliedjes. Wiegeliedjes. Minnelied. Cecilialied. Afscheidsliederen. Wachterliederen. Spotlied en gezelschapslied. Verhalend lied. De Twee Koningskinderen. Sprookjeslied.