United States or Antigua and Barbuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van Roosemael had met aandacht en met vochtig oog op het verhaal zijns vriends geluisterd; nu deze gedaan had met spreken, riep hij bijna in gramschap: «Maar, Spinael, ik weet niet, waarom gij mij wilt verbergen, wat ik verlang te weten! Gij zegt, dat gij het land uit moet; dit is mij niet zonneklaar bewezen. Een echt vriend kan veel doen, als hij wil. Laat hooren, tot hoeveel beloopt uwe schuld

Sedert lang had Spinael den moed niet gevonden om hun de minste verwijting toe te sturen: doch nu de woede hem bezielde, durfde hij het wagen, hun al de schandelijkheid van hun gedrag onder het oog te leggen. Hij vond hen in groot /toilet/, met /parasol/ en gaanstok in de hand, gereed om, volgens dat zij zeiden, met een gezelschap naar Brussel een speelreisje te gaan doen.

Ik ken Hortense Spinael, en ik mag u zeggen, dat ik de helft van mijn goed zou willen verliezen, om te beletten dat Siska haar ooit gelijke. Zult gij dat eenvoudig, dat schoon en zuiver kind laten bederven; haar van godsdienst, van goede zeden en van Vlaamsche rechtzinnigheid aftrekken, om er eene lichte en wulpsche /coquette/ van te maken? Pas op!

De goede Van Roosemael sloeg zijne oogen op, en terwijl twee tranen op zijne wangen vielen, zuchtte hij: «Siska is naar het pensionaat!.....» «Dit is niet ergbemerkte de dokter, «maar naar welke kostschool is zij?» «Naar het pensionaat van Hortense Spinael! Word niet boos op mij, vriend Pelkmans; het is mijne schuld niet.

Terugkomende, plaatste hij eenen schotel met krakelingen op de tafel, en sprak op ernstigen toon tot den ontroerden schoenmaker: «Spinael, wij zijn te zamen opgevoed als gebuurkinderen; uw vader was de beste vriend van mijnen vader; wij hebben te zamen gespeeld, en tot de veertig jaar toe zijn wij als broeders onscheidbaar gebleven; gij zijt nooit mijn vijand geweest, want anders zoudt gij mij uw ongeluk niet komen vertellen; ik bleef altijd uw vriend, anders zou uwe smart mij de tranen niet uit de oogen persen.

Zooverre was hij nu geraakt, dat hij aan alles onverschillig scheen, tot zelfs aan de vriendschap van Spinael. Deze had, op aanrading van Van Roosemael, den koophandel in huiden en leder begonnen en had in korten tijd veel gelds gewonnen, zoodat hij in staat ware geweest om de ontleende duizend gulden af te leggen, hadde Van Roosemael ze niet blijven weigeren.

Hebt gij misschien een erfdeel gedaan? Proficiat dan, ik wensch u geluk..... Nu, ik heb immers mijn geheele leven lang gedacht, dat gij ros haar hadtSpinael glimlachte met eene soort van slim medelijden en antwoordde, terwijl hij zich eenen zekeren lossen toon gaf, die gewoonlijk /Fransche chique/ genoemd wordt: «Van Roosemael, mijn vriend, gij zult nooit rijk worden, gij.

Niets weerstaat aan hare onophoudende bevechting; alle gevoelens van rechtvaardigheid en plicht werpt zij uit hare woning, en zij neemt bezit van den mensch als van eenen slaaf. Dit ondervond meester Spinael op eene verschrikkelijke wijze.

Dit is de bitterheid mijner ellende; hadde ik mijne dochter Theresia nooit naar een Fransch pensionaat gedaan, zoo ware ik meester Spinael..... Maar gij wordt bleek, Van Roosemael, gij beeft?» «Het is niets, ga voort. Ik dacht aan onze Siska, die ook in een Fransch pensionaat is.» «Doe ze terugkomen, Van Roosemael, ik bezweer u, doe ze terugkomen! Reeds zult gij ze niet meer herkennen

Sedert de dochter van Spinael uit het pensionaat gekomen was, had Siska Van Roosemael veel van hare zuivere eenvoudigheid verloren.