United States or Ecuador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Heel wat menschen stonden in een kring om haar heen. De een vertelde 't aan den ander... Heb je ook gehoord van 'n Willem de Boer?... D'r is 'n spekslager... Nee, hij mot in betrekking zijn... Vraag nou maar raak!... Ben je al bij de pelisie geweest? Ga naar de pelisie, moeder!... Kom, laat 't mensch niet voor niks loopen... Weet ze veel de pelisie!

Was? Morgen! allemaal jekheid, das binnen praatjens; wenn gij nich dadelich wat op afrekening jeeft, dan....” De spekslager houdt eensklaps op met spreken, steekt ’t hoofd vooruit en luistert, want uit den donkersten hoek der kamer vangt hij een hem overbekend geluid op. Zijn blikken trachten den allengs duister geworden hoek en de kist, die hij flauw daarin onderscheidt, te doorboren.

"Dat eerste huis met dat platte stoepie," antwoordde de jongen; "de tweede deur voorbij den spekslager; naast het huis daar die spiegeltjes uitsteken." "Goed, goed, goed," zei de heer Mr. H.J. Bruis. De spekslager en de spiegeltjes waren achter den rug, en de dikke man stond op de stoep van Dr.

Maak je niet boos. Dat ’s heelemaal verkeerd, mon Directeur!” zegt Pietersen, die ’t onbegrijpelijk vindt, dat de schuldenaar zóó tegen zijn schuldeischer durft opstaan, en tot den spekslager gewend, vervolgt hij soetsappig: „Meneer Träger, je moet dat zoo hoog niet opnemen: hij meent ’t zóó niet.

Des avonds, tusschen licht en donker, was steeds de akelige spekslager zich in het winkelkamertje aan hare zijde komen neerzetten, en ofschoon hij gewoonlijk weinig meer dan twee malen bij 't komen en gaan een: "Goeden avond Juffrouw Thilde!" tot haar gezegd had, en slechts gekomen scheen om met vader over hammen en spek en pooten en ooren te spreken, zoo was haar dat schemeruurtje toch méér dan verschrikkelijk geweest, want, van 't begin tot het einde was haar hand in die van den spekslager besloten gebleven.... de groote hand, die zoo vet en akelig was, bah! terwijl de hare als één met de zijne genoodzaakt werd tot alle gesticulaties mee te werken, zelfs tot die waarmee hij de kunstgreep aanschouwelijk maakte, waardoor een varken den laatsten adem moest uitblazen.

Verder komt de spekslager niet, want Walten heeft eensklaps den grooten krulstok van de tafel gegrepen, plaatst zich vlak voor baas Träger, ziet hem dreigend aan en bijt hem toe: „Breng me niet tot ’t uiterste; ga heen, man!”

"Twee dagen later kwam vader met den spekslager Hak het winkelkamertje binnen" vervolgde Mathilde blozend: "en terwijl die ruwe man zich vrijpostig naast mij nederzette, zich beroemende, dat hij meer dan duizend varkens in het jaar slachtte en ik dus niet weinig tevreden zou zijn indien hij mij tot vrouw nam vooral ook omdat hij sedert de vijf maanden dat hij weduwnaar was, geen stuur in den winkel kon houden, keek vader mij doordringend aan en zei, toen Hak ophield met spreken: "Thilde! ik begrijp dat het tijd voor je wordt; je hebt den leeftijd, en bij mijnheer Hak zul je geen gebrek lijden."

Nein! ich will blos jeld.” „Kom, kom! mon Prince, je meent ’t niet! Nog een wijl geduld en alles komt terecht. Wil je een borg hebben, disponeer over mij; ik wil garant blijven, dat....” „Kottorie! das waar noch besser!” De spekslager ziet Pietersen aan en nolens volens moet hij lachen. „Qui rit, est desarmé,” zegt Pietersen, maar bij Walten komt plotseling de oude trots weer boven.

Heer, sprak Klaas, 't zal mij ondertusschen toch niet verboden zijn mij in de goede tijding te verblijden? Verweerdig u hier te blijven. Om uwe boodschap te vieren, zullen wij eten heerlijke pensen, menigvuldige karbonaden, een hammetje dat daar even zoo rond en zoo lekker bij den spekslager lag, dat mijne tanden wel een voet lang uit mijnen mond kwamen.

Op dien Zondagmorgen had hij met bitse woorden den goeden Frans de deur gewezen; maar, zeven of acht Zondagen later, zat hij met een bijzonder vriendelijk gelaat in een net huisje op de P....gracht, 't welk door de weduwe Willems bewoond werd; en hij verklaarde, dat Frans steeds een beste jongen geweest was, en dat een mensch zich in drift wel vergissen kan; en dat vrouw Geertje goed had gedaan, voor haar zoon die kruidenierszaak in de W....straat te koopen; en, dat hij blijde was, dat Thilde niet de vrouw van een ouden en vrekkigen spekslager geworden was, maar, het vrouwtje van den goeden braven Frans zou wezen.