United States or New Caledonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Beroerd weer," zei Peter. "'t Begint weer te motten." "Mogelijk," zei ik. "Wat dragen ze nou an?" "'t Lijkt wel een bed." "Ja een ijzeren bed." Het bed werd rechtop gezet tegen de deurpost, met twee pooten op de stoep, in de modder. Het was een oud, roestig bed. "Kijk eens, wat 'n grappig snoetje," zei Peter. Werkelijk een mooi snuitje, zwart haar, zwarte oogen en een brutaal mopje.

Hij liet er twee suikerklontjes neerklinken, lepelde ze erin om en weer tot ze smolten, en, als de drank weer rustig onder de gouden randen lag, lei op de gele vlakte de droge petalen van eene aromaatbloem. Zachtjes geurde de lucht. Is Geizan fraai? Mij-moene-Geizan? Zoo aaide hij, terwijl hij, boven Geizan's aandachtig snuitje, een ronde honingbeschuit brak.

Ge weet nog wel dat er twee waren; en al leken ze op 't eerste gezicht als twee droppels water op elkander, ik ontdekte gauw dat hertekalfjes net zooveel van elkaar verschillen als kleine menschen. Oogen, snuitje, aanleg, aard dat alles was bij hen zoo verschillend als de maagden in de gelijkenis. Het een was een verstandig en 't ander een dom klein ding.

Dan komen de lange uitstapjes met zijn moeder, eerst overdag, als de roofdieren rustig zijn, dan in de schemering, en eindelijk de lange nachtelijke tochten, waarin hij door zijn leidsvrouw te volgen tallooze dingen leert, die een waschbeer weten moet: dezelfde paden te nemen tot hij de bosschen door en door kent; zijn onderzoekenden neus in elke spleet en barst te steken, want de lekkerste beetjes die er op zijn spijskaart staan schuilen op zulke plaatsen; een slaapje te doen als hij moe is, waarbij hij op zijn voorhoofd rust om zijn vroolijk geteekend snuitje te verbergen en te maken dat hij even weinig in 't oog valt als een rotsblok of een bemoste boomstomp; uit den hoogsten boom te springen zonder zich pijn te doen; en als hij een hol in den grond of tusschen de rotsen in gebruik heeft, op eenigen afstand van den ingang nog een uitweg te hebben en onder geen omstandigheden zijn hol anders dan door de voordeur binnen te gaan.

Van tijd tot tijd zagen ze een muisje zijn spitse snuitje uit een holletje steken, maar 't gauw terugtrekken als ze er een van allen te dicht bij kwamen; of wel een groote hagedis maakte de kinderen aan 't schrikken door plotseling uit 't gras te schieten en een goed heenkomen op den weg te zoeken, waar 't vroolijke troepje haar dan achtervolgde.

Goedele zei: Ja, moeder. Ze blikte naar Seppie, 't japansche hondje, dat rondtrippelde, om mevrouw Wilder's rokken, en nu subiet pal bleef en zijn plat snuitje ophief naar heur en te kwispelen probeerde met zijnen langharigen steert. Seppie snoof al eens en loerde zijwaarts, tuk op een zoetig woord van Goedele of een vriendelijk gebaar.

Toen kwam een van de hertjes zelfs bij het schijnsel van het vuur herkende ik het onvoorzichtige aan zijn snuitje en zijn vroolijk geappelde velletje recht op mij aan, om bij het oplaaien van 't vuur met glinsterende oogen stil te staan en daarna met zijn pootje te stampen tegen de schaduwen: dan zagen ze dat hij niets bang was.

Hoe komt die hièr dacht-ie. Hoe is die zoo frisch gebleven bij ouwe, verdane menschen? En wat lacht ze driest wat heeft ze gemeene trekkies om 'r mond wat 'n vreemd snuitje As ze nièt lacht, me niet ankijkt as ze stil bij de lamp zit is ze 'n vervroolijking van de kamer en

't Begon er gezellig uit te zien. Toen ze geen kleinigheden meer uit te pakken vond, ging ze naast hem op den grond zitten om hem de spijkertjes an te geven. "Klop toch zoo hard niet, Hen. Je slaat al de koppen door het zeil heen." "Dat doe ik met opzet." "Waarom?" "Dan valt de kalk van het plafond, beneden." ", jazzus, nou doe je me weer an die moord denken!" "Zoo snuitje!"

Een slim snuitje en toch heel onschuldig, een heerlijk mengelmoes van hondenverstand en vosachtige geslepenheid en de snaakschheid van den beer; een uitdrukking die heel verrassend was, me deed glimlachen en aan 't nadenken bracht tegelijk; een onderzoekend, bekoorlijk snuitje, het liefste en tegenstrijdigste van het heele boschvolkje, het snuitje van Mooweesuk den waschbeer, het Broertje van den Beer, zooals Indiaan en bioloog hem beiden noemen.