United States or Peru ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Je moe hoeft 't niet te weten, hoor je?" "Nee gromoe." "Koop jij nou maar wat knikkers. Geen snoepgoed, hoor je?" "Ja gromoe." Ze hoorde hem de trappen afbonsen, zooals hij 't altijd dee, twee, drie treden tegelijk. Gauw nou, voor d'r iemand kwam. De hals van 't fleschje rikketikte tegen haar tanden, zóó als de beenige handen beefden. . . . Nou niet meer. Vanavond de rest.

De groote kerk was ongeveer twintig minuten van mijn huis. Die afstand was te groot. Onderweg waren er te veel verleidingen. We verkochten onze kerkcenten voor snoepgoed, liepen de hooge stoepen op en af en telden de brievenbussen. Dit was een wedstrijd. Mijn broer en ik, soms een zusje er bij, speelden, wie de meeste brievenbussen zag in de deuren der huizen.

Hedwig's oogen schoten vonken; toch hield zij zich bedaard. "Ik heb Mary de chocolade gegeven," zei ze luid en op kalmen toon. "Ik had die in mijn koffer en gekregen van een vroegere leerling...." "O zoo," viel Miss Wells uit de hoogte in. "Heb dan de goedheid er voortaan aan te denken dat het tegen de wetten van het huis is de meisjes snoepgoed te voeren.

Isser niks gebakke, Dan gèft ene korf vol appele, Is de korf te klein of te groot, Dan gèft mig ene volle schoot. Het eeuwig leven is bitter gewonnen, Voor een gulden een draad gesponnen. Kijk eens in je korfje, Daar liggen drie appeltjes in, Even groot, kralo, vrouwke lo, Geef wat, houd wat, Volgend jaar weer wat. Meestal krijgen de kinderen ringen, maar ook ander snoepgoed.